Bijles 2Latijn dativus

Wat gaan we doen?
1. Nominativus/accusativus herhalen
2. Dativus oefenen
3. Oefening nom./acc./dat.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
1. Nominativus/accusativus herhalen
2. Dativus oefenen
3. Oefening nom./acc./dat.

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je al over dativus?

Slide 2 - Woordweb

Nominativus en accusativus
nom. ev.   servus -   femina -     donum
acc. ev.     servum - feminam - donum
nom. mv.  servi -      feminae -   dona
acc. mv.   servos -   feminas -   dona

Slide 3 - Tekstslide

Geef naamval en getal:
puellam
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 4 - Quizvraag

Geef naamval en getal:
deos
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 5 - Quizvraag

Geef naamval en getal:
pueri
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 6 - Quizvraag

Dativus
De dativus wordt meestal gebruikt voor het meewerkend voorwerp
Wat is ook alweer een meewerkend voorwerp?

Slide 7 - Tekstslide

Welk zinsdeel is het meewerkend voorwerp?
Ik geef een boek aan mijn vader.
A
Ik
B
geef
C
een boek
D
aan mijn vader

Slide 8 - Quizvraag

Dativus
De dativus vertaal je meestal met het woordje aan of voor
Hij geeft een kaartje aan de klant; Ik zing een lied voor de jarige.


Slide 9 - Tekstslide

Nominativus, accusativus en dativus
nom. ev.   servus -   femina -     donum    
dat. ev.     servo -      feminae -  dono
acc. ev.     servum - feminam - donum
nom. mv.  servi -      feminae -   dona
dat. mv.    servis -    feminis -    donis
acc. mv.   servos -   feminas -   dona

Slide 10 - Tekstslide

Geef naamval en getal:
deo
A
nominativus
B
accusativus
C
dativus

Slide 11 - Quizvraag

Geef naamval en getal:
puellam
A
nominativus ev
B
accusativus ev
C
dativus ev

Slide 12 - Quizvraag

Geef naamval en getal:
donis
A
nominativus mv
B
accusativus mv
C
dativus mv

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
Servus feminae donum dat.

Slide 14 - Open vraag