oefentoets periode 1

oefentoets periode 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

oefentoets periode 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de kleinste functionele eenheid van het menselijk lichaam?
A
Bot
B
Cel
C
Weefsel
D
Orgaan

Slide 2 - Quizvraag

Welk deel van de cel bevat het erfelijk materiaal?
A
Celwand
B
Mitochondriën
C
Kern
D
Cytoplasma

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de energiecentrale van de cel?
A
Ribosomen
B
Mitochondriën
C
Endoplasmatisch reticulum
D
Lysosoom

Slide 4 - Quizvraag

Welke structuur regelt de passage van stoffen in en uit de cel?
A
DNA
B
kern
C
cytoplasma
D
Celmembraan

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens normaal gesproken?
A
46
B
40
C
50
D
23

Slide 6 - Quizvraag

Welk geslacht wordt bepaald door de aanwezigheid van een Y-chromosoom?
A
Vrouw
B
Transgender
C
Man
D
Interseksueel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van chromosomen in het menselijk lichaam?
A
Regulatie van hormonen
B
Drager van genetische informatie
C
Bescherming van organen
D
Energieopslag

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een genetische afwijking die veroorzaakt wordt door een extra chromosoom 21?
A
Syndroom van Turner
B
Fragiele-X-syndroom
C
Syndroom van Down
D
Syndroom van Klinefelter

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van DNA in het menselijk lichaam?
A
Vormt celwanden
B
Reguleert de stofwisseling
C
Bevat genetische informatie voor erfelijke eigenschappen
D
Produceert hormonen

Slide 10 - Quizvraag

Welk weefsel is verantwoordelijk voor het overbrengen van elektrische signalen in het lichaam?
A
Zenuwweefsel
B
Kraakbeenweefsel
C
Spierweefsel
D
Bindweefsel

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een functie van spierweefsel?
A
Het zorgt voor beweging van het lichaam.
B
Het beschermt organen.
C
Het produceert hormonen.
D
Het transporteert voedingsstoffen.

Slide 12 - Quizvraag

noem vier groepen weefsels

Slide 13 - Open vraag

wanneer spreken we van een orgaan

Slide 14 - Open vraag

Wat is het grootste orgaan van het menselijk lichaam?
A
Huid
B
Maag
C
Nier
D
Hart

Slide 15 - Quizvraag

leg uit wat een orgaanstelsel is en geef daarbij 2 voorbeelden

Slide 16 - Open vraag

Wat is de functie van de huid?
A
Opslag van voedingsstoffen
B
Opname van zuurstof
C
Bescherming tegen schadelijke invloeden en bacteriën
D
Regulering van lichaamstemperatuur

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een veelvoorkomende huidaandoening?
A
Diabetes
B
Hartziekte
C
Eczeem
D
Astma

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een functie van de opperhuid?
A
Transport van zuurstof
B
Opname van voedingsstoffen
C
Bescherming tegen uitdroging en infecties
D
Regulering van bloeddruk

Slide 19 - Quizvraag

Noem de drie lagen van de huid

Slide 20 - Open vraag

Wat is de functie van de huid?
A
Bescherming tegen schadelijke invloeden en regeling van lichaamstemperatuur
B
Transport van zuurstof
C
Opname van voedingsstoffen
D
Regulering van bloedsuikerspiegel

Slide 21 - Quizvraag

Hoe wordt de buitenste laag van de huid genoemd?
A
De opperhuid
B
De lederhuid
C
De onderhuid
D
Het bindweefsel

Slide 22 - Quizvraag

Wat kan de huid helpen produceren wanneer het wordt blootgesteld aan zonlicht?
A
Melatonine
B
Insuline
C
Vitamine D
D
Cafeïne

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste functie van de huidflora?
A
Bescherming tegen schadelijke bacteriën en schimmels
B
Regulatie van lichaamstemperatuur
C
Afbraak van koolhydraten
D
Productie van vitamine C

Slide 24 - Quizvraag

Wat kan de huidflora beïnvloeden?
A
Dieet, leefstijl, en medicatie
B
Slaappatroon, stress, en lichaamsbeweging
C
Kledingkeuze, luchtvochtigheid, en huidverzorging
D
Haarlengte, zonlicht, en temperatuur

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de functie van het skelet?
A
Ondersteuning van het lichaam
B
Zuurstoftransport in het bloed
C
Regulatie van lichaamstemperatuur
D
Opname van voedingsstoffen

Slide 26 - Quizvraag

Welk bot beschermt de hersenen?
A
Schedel
B
Sleutelbeen
C
Ruggengraat
D
Heupbeen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het stevigste bot in het menselijk skelet?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Wervelkolom
D
Ribben

Slide 28 - Quizvraag

waaruit bestaat het bewegingsstelsel

Slide 29 - Open vraag

Wat is de belangrijkste functie van het skelet?
A
Spijsvertering bevorderen
B
Bescherming van organen
C
Ademhaling reguleren
D
Ondersteuning van het lichaam

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de functie van rood beenmerg?
A
Vorming van bloedcellen
B
Opslag van vetcellen
C
Regulering van lichaamstemperatuur
D
Productie van spijsverteringssappen

Slide 31 - Quizvraag

Waar in het lichaam bevindt rood beenmerg zich?
A
In de longen
B
In de lever
C
In de spieren
D
In de holtes van platte beenderen

Slide 32 - Quizvraag

Wat voor soort cellen worden geproduceerd in rood beenmerg?
A
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
B
Zenuwcellen, spiercellen, huidcellen

Slide 33 - Quizvraag

Welk bot bevindt zich in de onderarm?
A
Kuitbeen
B
Spaakbeen
C
Dijbeen
D
Sleutelbeen

Slide 34 - Quizvraag

Welk bot beschermt de vitale organen in de borstkas?
A
Sleutelbeen
B
Heupbeen
C
Ribben
D
Kuitbeen

Slide 35 - Quizvraag

Welk bot vormt de basis van de wervelkolom?
A
Wervel
B
Dijbeen
C
Schedel
D
Schaambeen

Slide 36 - Quizvraag