Les 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Weer & Klimaat

Programma

Binnenkomst + absentie (5 min)

Check vorige les (10 min)

Leerdoelen (3 min)

Opdracht waterkringloop (10 min)

Uitleg regen (15 min)

Aan het werk (10 min)

Afsluiting + huiswerk (7 min) 

Check vorige les

Noteer de nummers en daarachter het goede antwoord

1. In Nederland is het in de zomer heel warm/ niet zo warm en in de winter heel koud/ niet zo koud.

2. De wind komt in Nederland meestal uit het zuidwesten/ zuidoosten. 

3. Neerslag valt in Nederland in de zomer/ de winter/ het hele jaar door.

4. In Nederland is de neerslagverdeling regelmatig/ onregelmatig.

5. Door klimaatverandering neemt de neerslagintensiteit toe/ af.

6. In Spanje is het in de zomer heel warm/ niet zo warm en in de winter heel koud/ niet zo koud.

7. Neerslag valt in Spanje in de zomer/ de winter/ het hele jaar door.

8. In de Verenigde Staten bestaan grote / kleine verschillen in temperatuur.

9. In de Verenigde Staten bestaan grote / kleine verschillen in neerslag.

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. De stappen van de waterkringloop noemen + de werking van de waterkringloop uitleggen.

2. Drie soorten regen noemen + uitleggen waar en waarom daar deze soorten regen voorkomen.

Opdracht: de waterkringloop

Je maakt deze opdracht in 3 of 4 tallen.

Je gaat de stappen van de waterkringloop beschrijven.

1. Teken een rondje in het midden van het vel papier dat op tafel ligt. Zorg dat er voldoende plek is om in te schrijven.

2. Verdeel de rest van het vel papier in 3 of 4 gelijke stukken.

3. Ieder groepslid krijgt een vakje op in te schrijven en beschrijft daar de stappen van de waterkringloop.

4. Overleg met elkaar: welke stappen vormen samen de waterkringloop van begin tot einde?

5. Schrijf het complete verhaal van de waterkringloop in het rondje in het midden van het papier.

Let op: weet je niet  goed hoe de waterkringloop werkt, dan kom je in één van de twee groepjes vooraan zitten. Je krijgt dan extra hulp door middel van een plaatje + tekst en je docent.

De waterkringloop in stappen

Stap 1: de zon schijnt en verwarmt het water (van de zee);

Stap 2: het (zee)water verdampt en de waterdamp stijgt op;

Stap 3: hoog in de lucht is het kouder en condenseert de waterdamp tot wolken;

Stap 4: uit de wolken valt neerslag (regen, hagel, sneeuw)

Stap 5: de neerslag stroomt af via rivieren terug naar de zee of zakt in de grond (= infiltratie) en stroomt via de grond terug naar zee.

Op je wisbordje

Beantwoord de examenvraag.

Zorg dat anderen je antwoorden niet kunnen lezen.

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. De stappen van de waterkringloop noemen + de werking van de waterkringloop uitleggen.

2. Drie soorten regen noemen + uitleggen waar en waarom daar deze soorten regen voorkomen.

Neerslag

Op je wisbordje

Welke kennis heb je nodig om deze vraag te kunnen beantwoorden?

Soorten regen

Er bestaan drie soorten regen:

1. Frontale regen: neerslag die valt op de plek waar warme en koude lucht op elkaar botsen.

2. Stuwingsregen: neerslag die aan 1 kant van de berg valt (=loefzijde), doordat de lucht moet gaan stijgen. Aan de andere kant daalt de lucht en regent het niet (=lijzijde).

3. Stijgingsregen: neerslag die aan het einde van een hele warme dag ontstaat door de enorme verdamping.

Op je wisbordje:

A. Bekijk de kaart. Welk soort neerslag valt er meestal in Nederland?

B. Welk type neerslag zal in Nederland nauwelijks voorkomen?

Noteer de cijfers 1 tm 3

Schrijf achter elk cijfer het type regen dat valt + waarom juist dit type.

Neerslag

Op je wisbordje

Beantwoord de examenvraag.

Zorg dat anderen jouw antwoord niet kunnen lezen.

Houd je bordje pas omhoog wanneer de docent dit vraagt.

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. De stappen van de waterkringloop noemen + de werking van de waterkringloop uitleggen.

2. Drie soorten regen noemen + uitleggen waar en waarom daar deze soorten regen voorkomen.

Aan het werk- groep 1

Wat: 

- Examenvragen 'Weer en klimaat' (1 tm 5 + A en B)

Hoe: alleen 

Hulp: boek

Tijd: 10 minuten

Klaar: 

- Lezen paragraaf 1.2 Klimaat en klimaatfactoren

- Noteer de 5 klimaatfactoren in je schrift en leg deze uit.

Aan het werk- groep 2

Wat: 

- - Examenvragen 'Weer en klimaat' (1 tm 5)

Hoe: in drie- of viertallen

Hulp: groep + boek + docent

Tijd: 10 minuten

Klaar:

- Lezen paragraaf 1.2 Klimaat en klimaatfactoren

- Noteer de 5 klimaatfactoren in je schrift.

Afronding

Wat heb je geleerd?

Hoe heb je meegedaan?

Huiswerk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je

1. De stappen van de waterkringloop noemen + de werking van de waterkringloop uitleggen.

2. Drie soorten regen noemen + uitleggen waar en waarom daar deze soorten regen voorkomen.

Check

Op je wisbordje

a) Van welke kant komt de wind. Kies uit: noord, zuid, oost, west.

b) Welk soort neerslag valt er bij Santa Rosa?

c) Leg uit waarom er bij Reno nauwelijks neerslag valt.

Zorg dat anderen jouw antwoorden niet zien.

Hoe heb ik deze les meegedaan?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Leren les 1 + 2 + 3