3.4.1 Belgie

5.2: België
- Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren.
- Je begrijpt waarom het moeilijk is om uit te leggen wat precies de  Belgische identiteit is.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.2: België
- Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren.
- Je begrijpt waarom het moeilijk is om uit te leggen wat precies de  Belgische identiteit is.

Slide 1 - Tekstslide

Eenheidsstaten:
Nederland en België zijn eenheidsstaten. dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)

In Eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land

Slide 2 - Tekstslide

Wat past wel/niet bij de Nederlandse identiteit?
WEL
NIET
De Nederlandse taal
Sinterklaas
Kamper ui(t) dagen
Christendom
Bitterballen
PSV supporten

Slide 3 - Sleepvraag

Chauvinistisme
Het waren misschien gekke voorbeelden maar wel voorbeelden waarover chauvinistische gevoelens zijn

Slide 4 - Tekstslide

Chauvinistisme
 Chauvinisme = overdreven liefde voor je vaderland of het gebied waar je woont.

Slide 5 - Tekstslide

En dan nu België: Welke taal spreken ze in België?

Slide 6 - Open vraag

Eenheidsstaten:
Nederland en België zijn eenheidsstaten. dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)

In Eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de volgende vraag over en kijk het filmpje voor het antwoord:
Wat is de naam van de man die verantwoordelijk is voor de lastige situatie in België?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is de naam van de man die verantwoordelijk is voor de lastige situatie in België?
A
Peter
B
Willem
C
Henry I, Hertog van Brabant
D
Geen van deze

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het moeilijk om de Belgische identiteit te beschrijven?

Slide 11 - Open vraag

3.4: België
- Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren.
- Je begrijpt waarom het moeilijk is om uit te leggen wat precies de  Belgische identiteit is.

Slide 12 - Tekstslide

Einde uitleg
Maak de opdrachten 1, 2 en 4 van 3.4

Slide 13 - Tekstslide