2.4 De Nederlandse bevolking 1TH

2.4 De Nederlandse bevolking
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.4 De Nederlandse bevolking

Slide 1 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei:
er worden meer kinderen geboren dan dat er mensen sterven
1850: 3mln inwoners

Slide 2 - Tekstslide

1900
Snelle bevolkingsgroei:

- betere gezondheidszorg
- betere voeding
- gezinnen worden groter



Slide 3 - Tekstslide

Babyboom!

Na 2e wereldoorlog
Vanaf jaren '60 daling

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Sociale bevolkingsgroei

Vanaf 1970 was de immigratie groter dan de emigratie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Bevolkingssamenstelling

Vergrijzing

Hierdoor ontstaan krimpgebieden

Slide 8 - Tekstslide

QUIZ herhaling paragraaf 2.4

Slide 9 - Tekstslide

Vanaf 1900 groeide de Nederlandse bevolking...
A
snel
B
langzaam

Slide 10 - Quizvraag

Als we kijken naar bevolkingsgroei door immigratie/emigratie, dan hebben we het over...
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei

Slide 11 - Quizvraag

Vanaf 1960 groeide de bevolking niet meer zo snel, omdat...
A
er grote gezinnen kwamen
B
er veel mensen overleden
C
er veel anticonceptiemiddelen kwamen
D
er veel baby's werden geboren

Slide 12 - Quizvraag

De meeste Nederlanders wonen in...
A
steden
B
dorpen
C
woonboten
D
karton

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk jaartal past deze bevolkingsgrafiek van Nederland?
A
1956
B
2016
C
2060
D
1990

Slide 14 - Quizvraag

Na WOII werden er heel veel kinderen geboren, dit noemen we...
A
Dolle dinsdag
B
Babyboom
C
de bevrijding
D
Het kinderfeest

Slide 15 - Quizvraag

De meeste mensen in Nederland wonen in steden in het oosten van het land
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het aantal oude mensen neemt toe, dat noemen we
A
Rollatorcity vorming
B
Senioring
C
Vergrijzing
D
Verrimpeling

Slide 17 - Quizvraag

Zo noemen we de gebieden in Nederland waar de bevolking afneemt
A
Poldergebied
B
Achterhoeken
C
Komatu
D
Krimpgebieden

Slide 18 - Quizvraag