Zouten, metalen en moleculaire stoffen

Zouten, metalen en moleculaire stoffen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zouten, metalen en moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil benoemen tussen zouten, metalen en moleculaire stoffen.

Slide 2 - Tekstslide

Dit leerdoel wordt aan het begin van de les toegelicht aan de studenten.
Wat weet je al over zouten, metalen en moleculaire stoffen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zouten?
Zouten zijn kristallijne vaste stoffen, bestaande uit ionen. Ze hebben een hoog smeltpunt en zijn oplosbaar in water.

Slide 4 - Tekstslide

Toon voorbeelden van zouten, zoals natriumchloride en magnesiumsulfaat. Laat studenten de ionenstructuur van zouten zien.
Wat zijn metalen?
Metalen zijn elementen die een glanzend oppervlak hebben, goede geleiders van warmte en elektriciteit zijn en vaak een hoog smeltpunt hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Toon voorbeelden van metalen, zoals koper, zilver en goud. Laat studenten de kristalstructuur van metalen zien.
Wat zijn moleculaire stoffen?
Moleculaire stoffen zijn stoffen die bestaan uit moleculen en hebben meestal een laag smeltpunt. Ze zijn over het algemeen niet oplosbaar in water.

Slide 6 - Tekstslide

Toon voorbeelden van moleculaire stoffen, zoals waterstofgas en zuurstofgas. Laat studenten de moleculaire structuur van moleculaire stoffen zien.
Verschillen tussen zouten, metalen en moleculaire stoffen
Zouten bestaan uit ionen, metalen uit atomen en moleculaire stoffen uit moleculen. Zouten hebben een hoog smeltpunt en zijn oplosbaar in water. Metalen hebben een hoog smeltpunt en zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit. Moleculaire stoffen hebben meestal een laag smeltpunt en zijn niet oplosbaar in water.

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek de verschillen tussen zouten, metalen en moleculaire stoffen met de studenten. Laat de studenten voorbeelden van elk type stof noemen.
Eigenschappen van zouten
Zouten hebben een hoog smeltpunt, zijn oplosbaar in water en geleiden elektriciteit als ze zijn opgelost in water.

Slide 8 - Tekstslide

Laat studenten verschillende eigenschappen van zouten noemen. Voer een experiment uit om te laten zien dat zouten elektriciteit geleiden als ze zijn opgelost in water.
Eigenschappen van metalen
Metalen zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit, hebben een hoog smeltpunt en zijn vaak buigzaam.

Slide 9 - Tekstslide

Laat studenten verschillende eigenschappen van metalen noemen. Voer een experiment uit om te laten zien dat metalen elektriciteit geleiden.
Eigenschappen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen hebben meestal een laag smeltpunt en zijn niet oplosbaar in water.

Slide 10 - Tekstslide

Laat studenten verschillende eigenschappen van moleculaire stoffen noemen. Voer een experiment uit om te laten zien dat moleculaire stoffen niet oplosbaar zijn in water.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.