Les 5 - E = Pt, P = U*I en herhaling SO

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

- Uitleg over vermogen en energie

- Zelfstandig werken

- Afluiting vermogen en energie

- Herhalen voor SO

- Zelfstandig leren voor SO

- Afsluiting met laatste tips voor het SO

0

Conclusie

Met 100 opladers laad de telefoon niet 100x sneller op.

Vermogen

Vermogen

Vermogen is de hoeveelheid energie die een 

apperaat in een seconde gebruikt.

Het symbool voor vermogen is P en de 

eenheid van vermogen is Watt (W).

Formule Vermogen

P=U×I

Formule Vermogen

P is het vermogen in Watt

U is de spanning in Volt

I is de stroom in Ampère

P=U⋅I

Oefenvraag

Een lampje heeft een spanning van 6V en een stroom van 8A nodig goed te branden. Wat is het vermogen van dit lampje in Watt?

Elektrische energie

De eenheid van elektrische energie is 

Joule(J) of kilowattuur(kWh).

Het symbool van energie is E.

- Wat 

Formule elektrische energie

Waneer je E in kilowattuur wil:

Vul P in in kilowatt en t in uren

E=P×t

Oefenvraag

Een lampje met een vermogen van 72 kilowatt staat 5 uur aan. Hoeveel elektrische energie heeft dit gekost? Geef je antwoord in kilowattuur.

Opgaven maken

Maak opgaven 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9 uit paragraaf 1.3

En de telefoons?

Een telefoonaccu heeft 12,2 Wh(= 0,0122 kWh) energie opslag. De accu kan met maximale spanning van 4,2 V en een maximale stroom van 1A opgeladen worden. Hoe lang duurt het minimaal voordat de telefoon opgeladen is? 

Stof voor de toets

Alle paragrafen van hoofdstuk 1 en het stencil over spanning

De stroom door lampje 1 is 5A wat is de stroom door lampje 2?

1. 5A
2. 7A
3. 9A
4. 12A

Een lamp van gebruikt in 1uur 0,25 kWh. Wat was het vermogen van deze lamp in Watt? Laat alle stappen zien.

De totale stroom in deze schakeling is 5A. Wat is het vermogen dat de lampjes trekken?

1. 90W
2. 12W
3. 5W
4. 60W

Hoeveel spanning staat er over lampje 3?

1. 7V
2. 6V
3. 12V
4. 4V

Over lampje 1 staat een stoom van 5A. Hoeveel stroom gaat er door lampje 3?

1. 5A
2. 10A
3. 15A
4. 8A

Wat is er niet waar over de groepenkast?

1. Hier wordt de stroom verdeeld over de verschillende groepen
2. Hier vind je de groepschakelaars
3. Hier vind je de zekeringen
4. Op de groepenkast kun je aflezen hoeveel stroom je gebruikt.

Wat is de maximale stroomsterkte die over een zekering in de groepen kast kan?

1. 64A
2. 100A
3. 16A
4. 32A

Waar tegen zal een aardlekschakelaar je beschermen?

1. Een hoog stroom verbruik
2. De schok van het aanraken van een defect apparaat.
3. De schok door het aanraken van een fasedraad.
4. Brand als er te veel stroom loopt

Wat gebeurt er als je een onbeschermde fasedraad aanraakt?

1. Dan krijg je een schok
2. Helemaal niets

Fasedraad

Nuldraad

Schakeldraad

Aarde draad

Zwart

Bruin

Blauw

Geel met groen

Elektrische energie

Vermogen

Tijd

Spanning

Stroomsterkte

Kilowattuur

Watt

Uren

Volt

Ampère

Hoe heet het metalen ding waar de rode pijl naar wijs?

1. Stekker
2. Connector
3. Randaarde

Zelfstandig werken

- Maak de test jezelf van hoofdstuk 1

Klaar?

- Lees paragraaf 4 door

- Maak opgaven 1 t/m 11 van paragraaf 4

- Lees alle aantekeningen in je schrift door

- Maak het extra stencil over rekenen met spanning

Tips voor het SO

- Ken alle eenheden en symbolen uit je hoofd

- Vergeet de stappen voor rekenvragen niet