Taalcompleet B1 thema 2.4

Taalcompleet B1
thema 2.4



naar de bedrijfsarts
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalcompleet B1
thema 2.4



naar de bedrijfsarts

Slide 1 - Tekstslide

Als je medicijnen koopt, dan krijg je altijd een papier met informatie over het medicijn. Hoe heet dit?

Slide 2 - Open vraag

Op medicijnen maar ook op eten en drinken staat op het etiket tot wanneer je het mag gebruiken. Hoe noemen we dat?

Slide 3 - Open vraag

Ik heb veel hoofdpijn. Dat is helaas een ..... van dit medicijn.

Slide 4 - Open vraag

Bij .... situaties moet je 112 bellen.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het werkwoord voor als de dokter je iets geeft of een recept geeft? .....schrijven

Slide 6 - Open vraag

om .... te .... 
1. Waarvoor gebruik je shampoo?
2. Waarvoor gebruik je een pen?
3. Waarvoor gebruik je een bril?
4. Waarvoor gebruik je Google Translate?

Slide 7 - Tekstslide

Boek blz 66 en 67
Luisteropdracht
Nieuwe woorden  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Je wacht op het resultaat van je toets.
A
het antwoord
B
de mogelijkheid
C
de uitslag
D
de sfeer

Slide 18 - Quizvraag

In een fabriek werken is geen ... werk. Je doet altijd hetzelfde.
A
mooi
B
afwisselend
C
mogelijk
D
vertrouwelijk

Slide 19 - Quizvraag

Wat is jouw ..... om de nieuwe woorden te leren? Hoe ga je dat doen?
A
aanpak
B
mogelijkheid
C
functioneren
D
beperking

Slide 20 - Quizvraag

Onze ...... is de Nederlandse taal. Vooral de grammatica is erg moeilijk.
A
diagnose
B
mogelijkheid
C
beperking
D
functioneren

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Oefening 68 in het boek:
1. Jij ... naar de bedrijfsarts geweest.
A
hebt
B
bent

Slide 23 - Quizvraag

2. Sam ... na school naar huis gerend.
A
heeft
B
is

Slide 24 - Quizvraag

3 Ik ... in de auto van mijn broer gereden.
A
heb
B
ben

Slide 25 - Quizvraag

4. Nahom .... een afspraak gemaakt.
A
heeft
B
is

Slide 26 - Quizvraag

Het kopje .... op de grond gevallen.
A
heeft
B
is

Slide 27 - Quizvraag

6. Julan .... op zijn werk vertrokken.
A
heeft
B
is

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Hoe heb jij gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll