In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR
Slide 1 - Sleepvraag
VS
SU
Containment
Politiek
DDR
BRD
Kapitalisme
Communisme
Luchtbrug bedacht en uitgevoerd
NAVO
Warschau pact
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Bij welke gebeurtenis hoort deze prent?
A
Berlijnse Muur
B
Berlijnse Blokkade
C
Berlijnse Luchtbrug
D
Berlijnse Missie
Slide 4 - Quizvraag
Berlijnse Muur werd gebouwd in?
A
1945
B
1960
C
1961
D
1989
Slide 5 - Quizvraag
Welke uitspraak is over de Berlijnse muur is juist?
A
De Berlijnse muur is een muur rondom Oost-Berlijn
B
De Berlijnse muur is gebouwd om ervoor te zorgen dat West-Berlijners niet massaal naar Oost-Berlijn gingen vluchten.
C
De Berlijnse muur is gebouwd door kapitalistische soldaten
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 6 - Quizvraag
juist
onjuist
Kennedy verwijst naar Nazi-Duitsland.
de tekst gaat over de Cubacrisis
Kennedy is tegen de Berlijnse Muur
De VS willen landen helpen tegen het communisme
Kennedy wil minder kernwapens
Kennedy houdt vast aan containment.
Kennedy wil Cuba binnenvallen
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
In Oost-Berlijn werd in 1962 een controlepost geopend bij de grensovergang op station Friedrichstraße. Alle reizigers naar West-Berlijn werden hier gecontroleerd op geldige reisdocumenten. DDR-burgers moesten bij de controlepost afscheid nemen van familieleden uit WestBerlijn die hen hadden bezocht. De burgers van Berlijn noemden de controlepost het Tränenpalast (paleis der tranen). Geef een verklaring voor het besluit van de regering van de DDR de grens met West-Berlijn te sluiten en leg daarna uit waarom de naam Tränenpalast in de DDR verboden was. (3 punten)
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
VS
SU
Containment
Politiek
DDR
BRD
Kapitalisme
Communisme
Luchtbrug bedacht en uitgevoerd
NAVO
Warschau pact
Slide 18 - Sleepvraag
Berlijnse Muur werd gebouwd in?
A
1945
B
1960
C
1961
D
1989
Slide 19 - Quizvraag
Welke uitspraak is over de Berlijnse muur is juist?
A
De Berlijnse muur is een muur rondom Oost-Berlijn
B
De Berlijnse muur is gebouwd om ervoor te zorgen dat West-Berlijners niet massaal naar Oost-Berlijn gingen vluchten.
C
De Berlijnse muur is gebouwd door kapitalistische soldaten
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Gebruik bron 9. Twee beweringen bij deze bron: 1 Uit de beschrijving door Dolores blijkt het totalitaire karakter van de DDR. 2 De mening van de vader van Dolores over deze gebeurtenissen is politiek gekleurd. Leg elke bewering telkens met een verwijzing naar de bron uit. (4 punten)
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR
Slide 24 - Sleepvraag
Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR
Hoofdstad: Bonn
Hoofdstad: (Oost)Berlijn
Slide 25 - Sleepvraag
Konrad Adenauer
Willy Brandt
CDU
1876-1967
Westbindung
Wirtschaftswunder
Ostpolitik
Excuses namens Duitsland voor leed WO II
SPD
1913-1992
Erkenning DDR
Opgevolgd door Helmut Schmidt
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Open vraag
Bij welke gebeurtenis hoort deze prent?
A
Berlijnse Muur
B
Berlijnse Blokkade
C
Berlijnse Luchtbrug
D
Berlijnse Missie
Slide 29 - Quizvraag
Berlijnse Muur werd gebouwd in?
A
1945
B
1960
C
1961
D
1989
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Video
Slide 35 - Tekstslide
Opland geeft een verwachting weer over de politieke toekomst van Oost-Europa. Leg met een verwijzing naar de bron uit welke verwachting dat is.
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Wanneer ging de Berlijnse muur weer open? (val van de muur)
A
1982
B
1986
C
1989
D
1994
Slide 40 - Quizvraag
Juiste tijdsvolgorde
A
Uiteenvallen SU, Hervorming, Val van de Muur
B
Val van de Muur, hervorming, uiteenvallen SU
C
Hervorming, Val van de Muur, uiteenvallen SU
Slide 41 - Quizvraag
Welke president was aan de macht tijdens de Val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov
B
Gorbatsjov
Slide 42 - Quizvraag
Waarom maakte de val van de Berlijnse Muur op veel tijdgenoten een diepe indruk?
A
omdat de val van de muur het moment was in de Koude Oorlog waarop bijna een atoomoorlog uitbrak
B
omdat de val van de muur werd beschouwd als het einde van de Koude Oorlog
C
omdat door de val van de muur demonstraties in de DDR met geweld werden onderdrukt
D
omdat door de val van de muur voor het eerst West-Duitsers toegang kregen tot de DDR
Slide 43 - Quizvraag
timer
1:00
1918
1948
Vlak na WOII
1961
1985
1989
1991
Communistische revolutie
Blokkade van Berlijn
Komst IJzeren Gordijn
Bouw van de Muur
Glasnost en perestroika
Val van de Muur
Einde van de SU
Slide 44 - Sleepvraag
Gorbatsjov wilde veel veranderen. Hij wilde meer openheid. Mensen moesten vrij hun mening kunnen geven. Ook als je kritiek had op de regering.
Ook in Duitsland gingen mensen de straat op. Er was een gat in het ijzeren gordijn en mensen vluchten via Hongarije naar het westen. Gorbatsjov wilde de DDR niet meer steunen. De doorgangen en de hoofdstad van de DDR werden opengezet
Bondskanselier Kohl kwam met een voorstel. Hij wilde de BRD en de DDR weer verenigen. Er moest overlegt worden, want dit land moest wel lid blijven van de NAVO. De meerderheid van het parlement van Oost-Duitsland was voor deze vereniging.
In sommige Oostblok landen ontstonden problemen. De burgers van Tsjechoslowakije wilden een splitsing van hun land in Tsjechie en Slowakije. In Joegoslavië brak zelfs een burgeroorlog uit.
Nationalisme
Glasnost
Val van de Muur
Eenwording
Slide 45 - Sleepvraag
➤Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later
Gorbatsjov voert veranderingen voor de Sovjet-Unie in
Duitsland wordt weer één land
Gorbatsjov trekt zijn leger terug uit Oost-Europese landen
De val van de Berlijnse Muur
Slide 46 - Sleepvraag
Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
1. De val van de Berlijnse Muur
2. Gorbatsjov voert de maatregelen in om te zorgen voor toenadering met het Westen
3. De Sovjet-Unie is bijna failliet
4. De Sovjet-Unie valt uiteen in vijftien onafhankelijke staten