Test Test Unit 1 Answers

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

A Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 1. heel/volledig
  • 2. rotonde

Slide 2 - Tekstslide

A Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 3. statue
  • 4. promise
  • 5. locked
  • 6. pocket money

Slide 3 - Tekstslide

A Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

Examples:
  • 7. I travel a lot on the Underground.
  • 8. The public transport in my town consists of trains,          buses and taxis.

Slide 4 - Tekstslide

B Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 1. (to) discover
  • 2. in front of

Slide 5 - Tekstslide

B Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 3. entry
  • 4. directions
  • 5. forest
  • 6. pitch

Slide 6 - Tekstslide

B Words (8 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 7. fence, dit heeft niks met vervoer of verkeer te                  maken.
  • 8. lane , het is de enige plek die buiten is. De andere             woorden zijn gebouwen.

Slide 7 - Tekstslide

C Grammar (7 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. ones
  • 2. one
  • 3. ones
  • 4. ones
  • 5. one
  • 6. ones
  • 7. one

Slide 8 - Tekstslide

D Grammar (7 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. A

Slide 9 - Tekstslide

D Grammar (7 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 2. Is Kai sliding down the hill?
  • 3. Is Mike getting the drinks for all of us?
  • 4. Are you talking about the exhibition? That’s interesting!
  • 5. Petrus and Phyllis are not here. They are visiting their uncle in              Paris.
  • 6. I am buying some chocolates for a friend.
  • 7. No, Tim isn’t / is not leaving. He is going to play the piano for us!

Slide 10 - Tekstslide

E Grammar (6 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. must
  • 2. mustn't
  • 3. mustn't
  • 4. must
  • 5. mustn't
  • 6. mustn't

Slide 11 - Tekstslide

F Grammar (3 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. Carry and Joyce went to Paris last week.
  • 2. Mike and Simone are going to meet us in the park after dinner.
  • 3. We are going to have a lot of fun at the party tonight.

Slide 12 - Tekstslide

G Grammar (5 punten)
  • 1. Where does Bobby like to swim?
  • 2. What is a funny trick?
  • 3. Which dog is ill?
  • 4. Why is Sandy late?
  • 5. How do Ed and Elise make great pizzas?

Slide 13 - Tekstslide

H Grammar (6 punten)
  • 1. Our dogs don't like dog food.
  • 2. Does your brother have a boyfriend?
  • 3. Bilal plays football on Saturdays.
  • 4. Mister Sebel doesn't laugh at my jokes, ...
  • 5. Brian and Melania always go out on Fridays.
  • 6. Do your aunt and uncle buy their groceries online?

Slide 14 - Tekstslide

Reading (10 punten)
  • 1. b. Engeland
  • 2. Het past bij hem.
  • 3. c. zelfs het getoeter van de auto’s
  • 4. c. met het vliegtuig
  • 5. c. Clarisse krijgt geen reis naar New York, ze was                aan het dromen.




Slide 15 - Tekstslide

Normering


Totaal = 60 punten
40 punten = 6,0

Slide 16 - Tekstslide


Exit ticket
Welk cijfer heb je gehaald?
(zonder komma > 7,5 = 75)
3100

Slide 17 - Poll

Study: 
- Vocabulary 1.1+1.2, page 133, Workbook A
- Vocabulary 1.3+1.4, page 134, Workbook A
- Grammar (aantekeningen / msebel.nl)
   - one / ones
   - present continuous
   - must / mustn't
   - word order
   - wh-questions
   - present simple
 

 

Slide 18 - Tekstslide

Thanks for your attention
      Wait for            Push your chair         Throw away
      the bell             under the table            your litter

Slide 19 - Tekstslide