H7.3/H7.4 Woordformules/Letterformules

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Woordformules

Slide 2 - Woordweb

Woordformule
In een woordformule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. Ofwel een regel in woorden met wiskundige symbolen opgeschreven.

Bijvoorbeeld:   huurprijs fiets = 5 + 2 x aantal uren

Let op je uitwerking en de notatie!
Een formule heeft 
twee onbekenden.

Slide 3 - Tekstslide

Begingetal en stijggetal
Bedrag in € = 10 + 2 x aantal weken
Begingetal
Stijggetal

Slide 4 - Tekstslide

Begingetal en daalgetal
 lengte kaars in cm = 50 - 2 x aantal branduren
Begingetal
Daalgetal

Slide 5 - Tekstslide

Wat is in de volgende formule het begingetal:

bedrag in euro's = 150 + 30 x tijd in maanden
A
30
B
150
C
0
D
180

Slide 6 - Quizvraag

Als ik deze grafiek ga tekenen. Wat komt er dan bij de horizontale as te staan?
A
tijd in minuten
B
geluidsniveau in dB
C
horizontale as?
D
60

Slide 7 - Quizvraag

Als ik deze grafiek ga tekenen. Wat komt er dan bij de verticale as te staan?
A
tijd in minuten
B
geluidsniveau in dB
C
grafiek?
D
60

Slide 8 - Quizvraag

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Sleep de stukjes naar de juiste plek en maak deze woordformule.

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12

Slide 9 - Sleepvraag

Bereken hoeveel geld ik heb na 8 maanden.
bedrag in euro's = 150 + 30 x tijd in maanden

Vul hier alleen het eindantwoord in.

Slide 10 - Open vraag

prijs = 0,75 x aantal bananen
Hoeveel betaal ik voor 5 bananen?
Vul alleen het eindantwoord in.

Slide 11 - Open vraag

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Hoe bereken ik dan hoeveel ik betaal als ik 5 nachten blijf?

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12
5

Slide 12 - Sleepvraag

Hoeveel betaal ik als ik 5 nachten blijf?
Prijs in euro's = 36 x aantal nachten
Vul alleen het eindantwoord in.

Slide 13 - Open vraag

Werkplan letterformules:

Slide 14 - Tekstslide

herschrijven als letterformule:

Slide 15 - Tekstslide

Te maken opdrachten
H7.3/H7.4: opgaven 27 t/m 30, 32, 33
Ben je klaar tijdens de les kan je verder met NUMO
  

- Netjes uitwerken (in je werkboek)




verplicht te doen

Slide 16 - Tekstslide