Hoofdstuk 3 getallen

Wiskunde S1B
  • Je hebt drie leerwerkboeken.
  • Je neemt werkboek 1A VMBO Basis mee.
  • De andere twee boeken laat je thuis liggen en neem je mee wanneer ik er om vraag.
  • Je schrijft je naam voorop je werkboek.
  • Je neemt altijd een A4 schrift met ruitjes mee.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde S1B
  • Je hebt drie leerwerkboeken.
  • Je neemt werkboek 1A VMBO Basis mee.
  • De andere twee boeken laat je thuis liggen en neem je mee wanneer ik er om vraag.
  • Je schrijft je naam voorop je werkboek.
  • Je neemt altijd een A4 schrift met ruitjes mee.

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je altijd meenemen?
  • Pen (blauw/zwart en rood)
  • Geodriehoek 
  • Potlood en kleurpotloden en gum
  • Schaar en Plakstift
  • Rekenmachine
Je mag geen spullen lenen. Als je iets vergeten bent kom je bij mij. Als je drie keer spullen bent vergeten moet je nakomen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werk je in je schrift en werkboek?

1. Op elke bladzijde staat een kantlijn die met liniaal en potlood is getekend. De kantlijn is twee hokjes breed.

2. Bij elke som schrijf je de berekening en geef je het antwoord in een zin.
3. Je tekent met potlood.
4. Wanneer het huiswerk niet voldoende is of niet in orde is (of afspraak 1, 2 en 3 zijn niet in orde) dan maak je het na school goed. 


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht  
  • Plak de afspraken in je schrift.
  • Zet op 10 bladzijdes van je schrift een kantlijn met je geodriehoek/liniaal en je potlood.
  • Als je klaar bent ga je naar de volgende slide en maak je de opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je meenemen naar je wiskundeles?
A
Leerwerkboek 1C
B
Tandenborstel
C
Kauwgum
D
Geodriehoek

Slide 5 - Quizvraag

Opdracht
We beginnen bij Hoofdstuk 3. Hoofdstuk 1 en 2 slaan we dus even over.
We kijken samen even hoe het hoofdstuk is opgebouwd.
Maak bladzijde 102 van je boek
Je mag je rekenmachine gebruiken

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk controle en nakijken
Leg je boek open op bladzijde 102.

Het huiswerk wordt gecontroleerd.

We kijken hierna het huiswerk met een rode pen na.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
We maken vraag V6 tot en met V9 samen. Dit staat op bladzijde 103.

Slide 8 - Tekstslide

Aantekeningen: Waarde van een getal

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
We maken samen opdracht  1  en 2 op bladzijde 104.

Ik leg de volgende opdrachten uit.

Maak nu opdracht 3 tot en met 6.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerkcontrole en nakijken
Leg je schrift open op bladzijde 104 en 105.

We kijken opdracht 3 tot en met 6 na met een rode pen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Lees de theorie op bladzijde 106. Er staat nog iets anders belangrijks op deze bladzijde. Je kan dit zien doordat het een andere kleur heeft.
We maken samen opdracht 10 op bladzijde 107.
Maak nu opdracht 7 tot en met 9 op bladzijde 106 en 107.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten controleren en nakijken


Leg je boek open op bladzijde 106 en 107.

We kijken opdracht 7 tot en met 9 na met een rode pen.

Slide 13 - Tekstslide

Aantekeningen
Som: +         5 + 3 = 8

Verschil: -    7 -  2 = 5 

Product: x    5 x 3 = 15

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
We maken samen opdracht 11 tot en met 13 en 16 en 17 op bladzijde 110 en 111

Maak nu zelf opdracht 14 en 15 op bladzijde 110 en 111. Let op; schrijf ook de berekening op bij opdracht 15

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten controleren en nakijken
Leg je boek open op bladzijde 110 en 111.

Kijk met rode pen opdracht 14 en 15 na.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

We kijken 18 tot en met 20 en 25  op bladzijde 114 tot en met 116 na.

We maken samen opdracht 21 , 23,  24 en 26 op bladzijde 114 tot en met 116.

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg van breuk naar decimaal getal

Slide 20 - Tekstslide

decimale getallen of kommagetallen

Slide 21 - Tekstslide

Decimale getallen

Slide 22 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 23 - Tekstslide

Welke getallen zijn decimale getallen?

A=6,6 B=606 C=6,06 D=6,006
A
A en B
B
A en C
C
A,C en D
D
alleen D

Slide 24 - Quizvraag

Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal? 345,23762
A
5
B
4
C
6
D
7

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
101
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001

Slide 28 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
1001
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001

Slide 29 - Quizvraag

Opdracht
We maken samen opdracht 30

Maak nu zelf opdracht 27 tot en met  32

Slide 30 - Tekstslide

Afronden
We maken samen opdracht 33 en 34

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Opdracht
Maak opdracht 35 en 36

We maken samen opdracht 37 en 39 op bladzijde 125

Maak nu zelf opdracht 38 op bladzijde 125

Slide 33 - Tekstslide