Les 6 Begeleidingsmethodieken

Les 6 Begeleidingsmethodieken en stijlen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6 Begeleidingsmethodieken en stijlen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Wat is een begeleidingsstijl? 
  • Soorten stijlen
  • Wat is een begeleidingsmethode? 
  • Opdracht soorten methoden uitwerken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsmethode is:

Een systematische manier om van een beginsituatie naar een eindsituatie te werken. 

Voorbeelden:
  • Geef me de 5
  • Heijkoop
  • EIM
  • Gentle teaching 

Begeleidingsstijl is:

De manier waarop de begeleider zelf met de begeleidingsmethode omgaat.


  • Directieve stijl
  • Overtuigende stijl
  • Participerende stijl
  • Delegerende stijl
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsstijlen : 
  • Directieve stijl = voorschrijven en zeggen hoe iets moet.
  • Overtuigende stijl = iemand met bewijzen tot andere gedachten brengen, probeert de client te betrekken in de besluiten.
  • Participerende stijl = (deelnemen/meedoen) je betrokkenheid tonen, elkaar accepteren zoals je bent, oprechte belangstelling.
  • Delegerende stijl = overdragen van je taak. Je legt de verantwoordelijkheid voor de te nemen besluiten, het oplossen, geheel bij de ander neer.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke begeleidingsstijl hoort erbij? 
Directieve                                                                                  Overtuigende  





Participerende                                                                        Delegerende

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directieve begeleidingsstijl
  • Instruerende begeleidingsvorm
  • hoog op taakgerichtheid, laag op relatiegerichtheid.
  • Actief, richtinggevend en sterk controlerend optreden. De inbreng van de zorgvrager is niet van belang
  • Het meedenken of mee besluiten van de zorgvrager is niet gewenst. Je moet bij deze begeleidingsstijl veel controle uitvoeren bij de zorgvrager.

  • Voorbeeld: ‘Peter, je gaat nu met je begeleider mee om boodschappen te doen. De vorige keer ben je ook niet mee geweest'.
  • Remt in eigen ideeën in plaats van stimuleren. 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigende stijl
  • Hoge taakgerichtheid en relatiegerichtheid.


  • Je gebruikt jouw positie of autoriteit en je anticipeert op de wil of motivatie van de cliënt om een taak goed uit te voeren.


  • Overtuigen wil zeggen dat je iemand met bewijzen op een andere gedachte brengt. Je probeert bij deze stijl de zorgvrager te betrekken in besluiten die genomen moeten worden, je licht besluiten toe, geeft gelegenheid om vragen te stellen, vraagt om suggesties en controleert vorderingen.


  • Je richt je op doelen en op de relatie met de zorgvrager. Dit doe je door naar gelijkwaardigheid te streven. Je stimuleert de inzet van de zorgvrager, dit doe je door instructies, complimenten en aanmoedigingen. Belangrijk is dat je overtuigend en motiverend bent.
  • Valkuil: Het risico bij het hanteren van deze stijl is dat je gemakkelijk over de grenzen van de zorgvrager heengaat je bent er van overtuigd dat het doel dat je met de zorgvrager voor ogen hebt op dat moment het beste is. cliënten kunnen erg afhankelijk van je worden.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:

Frank is 22 jaar en heeft een LVB. Frank is dol op sporten, elke maandag staat er een activiteit gepland op de afdeling. Verzorgende Emma vraagt: ‘wat gaan we vandaag ondernemen?’. Frank zegt: ‘laten we gaan voetballen’’. Dat is een goed idee zegt Emma. Frank twijfelt of het wel een goed idee is. Emma zegt: ‘ Frank, dat is een goed idee, iedereen houdt hier van voetballen. Tijdens het voetballen raakt Frank snel geïrriteerd.

Participerende stijl
  • Hoge score op relatiegerichtheid, minder op taakgerichtheid. 


  • Je legt de nadruk op de relatie, het verrichten van de taak staat nadrukkelijk op de tweede plaats.
  • Bij deze stijl benut je elke gelegenheid om warmte en hartelijkheid in de verhouding te stimuleren en een goede en veilige sfeer te bevorderen en de talenten van iemand zo veel mogelijk te ontwikkelen. Het ontwikkelen van talenten van de zorgvrager bevorder je door de zorgvrager zo veel mogelijk (nieuwe) verantwoordelijkheden te geven.
  • Valkuil: je doet een beroep op inzicht en motivatie, die niet altijd bij cliënten aanwezig is.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delegerende stijl
  • Scoort laag op zowel relatie- als op taakgerichtheid. 
  • staat voor overdragen van een taak. Je legt de verantwoordelijkheid voor de te nemen besluiten, het oplossen van problemen en het verrichten van taken leg je helemaal bij de zorgvrager neer. Je gaat er vanuit dat de zorgvrager hiervoor zelf de verantwoordelijkheid kan dragen en je vertrouwt erop dat de zorgvrager er goed mee om zal gaan.
  • Valkuil: door de aftand die je neemt, heb je ook minder zicht op het proces in hen om het werk Het risico bij deze stijl van begeleiden is dat door de verstandelijke benadering een gevoel van afstandelijkheid en onpersoonlijkheid ontstaat bij de zorgvrager. Het gevolg kan zijn dat je te veel op afstand raakt en het contact met de zorgvrager kwalitatief minder wordt of zelfs verloren gaat.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delegerende stijl
In deze stijl verwijs je naar regels en procedures. De gedachten hierachter is dat je door regels en procedures te benadrukken als het ware vanzelfsprekend gestelde doelen bereikt. Bij deze stijl toon je weinig betrokkenheid zowel voor de relatie als voor de te vervullen taken.


Voorbeeld:
Lise komt naar haar persoonlijke begeleider toe: ‘Gea, ik moet nog een afspraak maken bij de dokter’. Gea reageert: ‘Lise dat kun je prima zelf doen, dat ga ik niet voor je regelen. Daar is een lege gespreksruimte met een telefoon, ga je gang.’

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stijl is dit? 
In een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking woont Lisa, een jonge vrouw die ondersteuning nodig heeft bij dagelijkse activiteiten. Haar begeleider, Mark, geeft haar duidelijke instructies en zegt precies wat ze moet doen.  Hij haar ondersteunt waar nodig met persoonlijke hygiëne en aankleden. Daarnaast stimuleert hij haar aan om zelfstandig te eten tijdens de maaltijden door haar hier korte aanwijzingen in te geven.

Slide 11 - Tekstslide





directieve stijl
Welke stijl is dit? 
David woont binnen een woongroep voor mensen met een licht verstandelijke beperking. David vind het fijn om zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen. 
 Zijn begeleider, Sarah, betrekt David daarom actief bij het beheren van de gemeenschappelijke ruimtes en het organiseren van dagelijkse taken. 
Ze stimuleert David om verantwoordelijkheid te nemen voor het opruimen van de woonkamer en het helpen bij het bereiden van maaltijden. Sarah geeft hem de vrijheid om zelfstandig te handelen, terwijl ze beschikbaar blijft voor begeleiding en ondersteuning indien nodig.

Slide 12 - Tekstslide




Delegerende stijl
Begeleidingsmethode is:
Een systematische manier om van een beginsituatie naar een eindsituatie te werken. 





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsmethodiek:
''Als een effectieve methode op de juiste wijze wordt gebruikt zal deze een positief effect hebben op de ‘zorgvrager, de zorgverlener(s) en de personen in de omgeving van de cliënt.''
  • begeleidingsmethodieken richten zich op de begeleiding van een zorgvrager. Het richt zich vaak op alle levensdomeinen.
  • Door gebruik te maken van een methode wordt er gezamenlijke kennis gericht toegepast, iedereen werkt op ongeveer dezelfde manier.
  • Begeleidingsmethodieken worden in alle sectoren toegepast!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Methode Heijkoop
Validation Therapy (of validerende benadering)
EIM-methode
Methode Vlaskamp
Gentle teaching
Triple C
Begeleidingsmethodieken GHZ
  • Hoe is de methode ontstaan
  • Wat is het doel van de methode
  • Voor welke doelgroep is de
    methode toepasbaar.
  • Wat zijn de belangrijkste stappen
    of acties van deze methode?

Opdracht staat in it's learning! 

Slide 16 - Tekstslide


  • Methode Heijkoop
  • Validation Therapy (of validerende benadering)
  • EIM-methode
  • Methode Vlaskamp
  • Gentle teaching
  • Triple C
  • Geef me de 5-methodiek
  • PECS: Picture Exchange Communication System.