TvG 11.5 - De Europese Unie

Nog meer samenwerking in Europa
In varietate concordia
"In verscheidenheid verenigd" 


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nog meer samenwerking in Europa
In varietate concordia
"In verscheidenheid verenigd" 


Slide 1 - Tekstslide

1993
  • Oprichting van de EU als opvolger van de Europese Gemeenschap (EG)
  • 12 landen, naast economische ook andere samenwerking:
  • Grenzen open (v.a. 1995), gezamenlijk Europese wetten en regels voor lidstaten
  • Gezamenlijke munt, de Euro vanaf 2002

Slide 2 - Tekstslide

Invloed van de EU
Afspraken binnen de EU:
  • Regels voor kwaliteit van voedsel
  • Je mag overal in de EU gaan wonen als EU-burger zonder al te ingewikkelde procedures
  • Makkelijker reizen en exporteren door open grenzen
  • Nadelen: Bij crisis in 2008 en 2013 moeten andere landen geholpen worden met geld uit de EU (ook tijdens Coronacrisis gezamenlijke afspraken en kosten) 
  • NL betaalt mee aan problemen van andere landen door EU deelname

Slide 3 - Tekstslide

Bestuur EU: Europees Parlement
Samenwerking moet democratie versterken.
Europees Parlement (elke 5 jaar Europese verkiezingen). 
Mag wetten goedkeuren en heeft recht van amendement (wijzigen wetsvoorstellen). 
  • Na goedkeuring moet een wet naar de Raad van Ministers (ministers van verschillende EU-lidstaten). VB: gaat het om een wet over criminaliteit, komen de ministers van Justitie van de lidstaten samen, zo ook met landbouw en landbouwministers.
 

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur EU: De Europese Commissie
Deze gaat over het dagelijks bestuur. Na de verkiezingen voor het Europees Parlement wijst elk EU land een Eurocommissaris aan die zitting neemt in de Europese Commissie.
Zij dient wetsvoorstellen in bij het Europees Parlement en de Raad van Ministers.
De Europese Commissie wordt gecontroleerd door het Europees Parlement (Parlement heeft geen recht om commissieleden te ontslaan)

Slide 5 - Tekstslide

Discussies..
Sinds oprichting EU volop aanwezig:
  • Te veel macht voor de EU of te weinig? 
  • Lastige besluitvorming, EU lidstaten hebben vetorecht 
Dit leidt tot lange discussies.. 
Voorstanders EU: nog meer samenwerking op verschillende terreinen en autonomie verder naar 'Brussel' overhevelen. Tegenstanders willen juist samenwerking onafhankelijke staten, dus niet te veel Unie.

Slide 6 - Tekstslide

Nog meer problemen
  • Democratisch tekort. Lage opkomst bij verkiezingen (rond de 50% van de stemmers) 
  • Weinig kennis van besluitvorming in Brussel terwijl in het dagelijkse leven we te maken hebben met de regelgeving.
  • Niet echte eenheid binnen de EU. Veel Nederlanders voelen zich meer verbonden met de VS dan met Hongarije, bijvoorbeeld.
  • Europees Parlement heeft nog niet zoveel macht als parlementen van lidstaten. 
  • Europees parlement mag Euro-Commissarissen niet ontslaan.
  • Raad van Ministers die wetten nog goed moeten keuren voordat ze ingevoerd kunnen worden..
  • Gevolg: Negatieve beeldvorming.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer werd de EG, de EU?

Slide 8 - Open vraag

Welke kritiek wordt er gegeven op de EU?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een positief gevolg van samenwerking binnen de EU?

Slide 10 - Open vraag

Waar zit de Europese commissie?
A
Brussel
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Italie

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de taken van de Europese Commissie?
A
controleren & uitvoeren
B
wetten maken & uitvoeren
C
controleren & wetten maken
D
wetten maken & stemmen

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitspraak over het Europees Parlement is juist?
Het Europees Parlement
A
bestaat uit vertegenwoordigers van alle Europese landen.
B
vergadert om de zes maanden in een andere lidstaat.
C
wordt gevormd door de ministers van de afzonderlijke landen.
D
wordt rechtstreeks gekozen door de burgers van de lidstaten.

Slide 13 - Quizvraag

Het Europees Parlement heeft.....leden.
A
75
B
150
C
750
D
751

Slide 14 - Quizvraag

Wat doet het Europees Parlement?
A
Controleert of de EU goed bestuurt wordt. Ook beslissen ze mee welke wetten er worden ingevoerd
B
Bedenkt wetten en zorgt ervoor dat landen de wetten ook uitvoeren
C
Beslist wie er gelijk heeft als EU-landen hebben
D
Neemt de belangrijkste beslissingen in de EU

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk:
TvG 11.5 vraag 1 t/m 10 maken

Slide 16 - Tekstslide

Noem 2 dingen die je hebt geleerd uit deze les:

Slide 17 - Open vraag

Stel een vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen uit deze les:

Slide 18 - Open vraag