De Griekse goden : bespreking + leren leren
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
WB. p. 49, vraag 5b :
Noteer de woorden die passen bij het begrip 'mythe'.
Noteer de woorden die passen bij het begrip 'mythe'.
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
De Grieken aanbaden...
A
één god
B
meerdere goden
Slide 4 - Quizvraag
We noemen dat...
A
polytheïsme
B
monotheïsme
Slide 5 - Quizvraag
De Grieken omschreven de goden...
A
als dieren
B
als mensen
Slide 6 - Quizvraag
De goden waren volgens de Grieken...
A
onsterfelijk
B
sterfelijk
Slide 7 - Quizvraag
Ze hadden volgens de Grieken...
A
enkel menselijke krachten
B
bovenmenselijke krachten
Slide 8 - Quizvraag
Ze gedroegen zich volgens de Grieken...
A
altijd voorbeeldig
B
even wisselvallig als mensen
Slide 9 - Quizvraag
De Grieken geloofden dat de goden hen...
A
konden beïnvloeden
B
niet konden beïnvloeden
Slide 10 - Quizvraag
De Grieken geloofden dat ze zelf de goden...
A
konden beïnvloeden
B
niet konden beïnvloeden
Slide 11 - Quizvraag
Wb. p. 53, oef. 6a
Geef 2 redenen waarom de Grieken veel investeerden in de bouw van tempels?
Geef 2 redenen waarom de Grieken veel investeerden in de bouw van tempels?
Slide 12 - Open vraag
'prestige' betekent...
A
rijkdom
B
macht
C
aanzien, uitstraling
D
religie
Slide 13 - Quizvraag
Wb. p. 53, oef. 6b
met de familie
met de polis
individueel
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
minotaurus
polytheïsme
filosofen
Trojaanse oorlog
Olympische spelen
tempels
orakels
godsdienst
cyclopische muren
mythes
