Voeding (caloriëenteller)

Voeding (calorieënteller)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voeding (calorieënteller)

Slide 1 - Tekstslide

Als je fit bent, moet je dan letten op elke calorie die je eet?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Een tussendoortje dat weinig calorieën heeft is:
A
ijsje
B
boterham met worst
C
rijstwafel
D
gevulde koek

Slide 5 - Quizvraag

Kun je een product wel gezond of ongezond noemen?
timer
0:15
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Nee!
Je kunt eigenlijk niet van één product zeggen of het gezond is of ongezond. Het hangt er namelijk altijd van af hoeveel of hoe vaak je het eet. We kunnen wel zeggen dat een product past in een gezonde voeding; dus of iets in de Schijf van Vijf staat of niet. Van bepaalde productgroepen weten we dat ze positieve effecten hebben op de gezondheid. Denk aan groente, fruit, vis en ongezouten noten. In de Schijf van Vijf staan deze productgroepen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slepen maar!
Waar hoort het in de Schijf van Vijf? Sleep jij het eten en drinken naar het juiste vak?

Slide 8 - Sleepvraag

Brandstoffen lichaam
Koolhydraten en vetten worden de brandstoffen of energierijke stoffen genoemd. Zij leveren energie om te kunnen bewegen en om warm te blijven. Teveel koolhydraten en vetten worden in het lichaam opgeslagen als reservestoffen. Brood, pasta, couscous en aardappelen zijn voedingsmiddelen die veel zetmeel bevatten.

Slide 9 - Tekstslide

l?


Hoeveel calorieën bevat een appel?
A
10
B
100
C
50
D
500

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel calorieën bevat een klein glas cola?
A
100
B
150
C
200
D
250

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel calorieën bevat een 1 hele komkommer?
A
100
B
60
C
30
D
10

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel calorieën bevat een broodje kroket
A
368
B
451
C
536
D
602

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel calorieën bevat 1 winegum?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Nu weet je wat calorieën zijn.

Alleen hoeveel calorieën verbruik je tijdens beweging?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'big mac' (510 kcal) weer te verbruiken?
A
25 minuten
B
50 minuten
C
75 minuten
D
100 minuten

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel calorieën verbruik je met een uur fietsen? (16 km/u)
A
240 kcal
B
300 kcal
C
360 kcal
D
420 kcal

Slide 18 - Quizvraag

Voor de oplettende quizmaster:

Hoeveel uur zou je moeten fietsen (16 km/u) om een big mac (510 kcal) te verbranden?
A
+/- 1 uur
B
+/- 1,5 uur
C
+/- 2 uur
D
+/- 3 uur

Slide 19 - Quizvraag

Je lichaam kan goed zijn eigen gewicht in balans houden. (inname calorieën is dan gelijk aan verbruik calorieën)

Wanneer je lichaam een tekort aan voeding heeft dan merk je dat door?
A
Slapeloze nachten
B
Heel druk doen
C
Honger en dorst signalen
D
Veel willen sporten

Slide 20 - Quizvraag

Verbruik van calorieën
Voor alles wat je doet heb je energie nodig. 
Of je nu zit, fietst, rent of slaapt.

Deze energie (calorieën) haal je uit je voeding.

Beweeg je meer, dan heb je ook meer calorieën nodig.
Waar is beweging nog meer goed voor?



Slide 21 - Tekstslide

2

Slide 22 - Video

00:36
Als Gijs deze life-style lang aanhoudt, zou hij zich dan ook lang fit blijven voelen? Waarom wel of niet?

Slide 23 - Open vraag

00:52
Waarom is bewegen zo goed voor je?
Welke van de onderstaande antwoorden is NIET waar?
A
Je slaapt er beter van.
B
Je hart wordt sterker en kan meer bloed rond pompen.
C
Je hersenen maken endorfine (geluksstofjes) aan en hierdoor zit je beter in je vel.
D
Je gaat er gezonder van eten.

Slide 24 - Quizvraag

Volgens de richtlijnen van de gezondheidsraad zou je:
7x in de week gematigd moeten bewegen ( bijvoorbeeld 30min wandelen of 15 min fietsen)
en
3x in de week zeer intensief moeten bewegen (wedstrijd voetbal, zwemmen, hardlopen)
Voldoe jij op dit moment aan deze richtlijnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag