Via vervolg Thema 6 Hoofdstuk 6 Spannende verhalen

Thema 6 Toekomst
                                                    Hoofdstuk 6 spannende verhalen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Toekomst
                                                    Hoofdstuk 6 spannende verhalen

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:
* weet je wat fictie is
* weet je wat ik-perspectief is
* weet je wat een cliffhanger is
* weet je wat chronologische en niet-chronologisch is
* weet je wat een flashback is

Slide 2 - Tekstslide

Wat is fictie?

Slide 3 - Woordweb

Fictie
* Verzamelnaam voor verzonnen verhalen
* schrijver gebruikt zijn fantasie voor de verhaallijn
* Schrijver verzint personages met eigen karaktereigenschappen. Dit kan lijken op de werkelijkheid, maar hoeft niet. 

Slide 4 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?

Slide 5 - Tekstslide

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Een wetenschappelijk artikel
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

'Game of Thrones' is een voorbeeld van non-fictie.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Perspectief (vanuit wie het verhaal wordt verteld/bekeken)

 ik-perspectief (ik-vorm)
  • Verteller heeft de hoofdrol
  • Als lezer lees je mee met de ik-persoon, je maakt mee wat hij/bij beleeft, voelt en denkt.

Slide 10 - Tekstslide

Cliffhanger
* Bij een cliffhanger stopt het verhaal precies op het moment dat je wilt weten wat er aan de hand is, of hoe het verder gaat.
* De schrijver probeert je nieuwsgierig te maken naar de afloop en bepaalt als lezer wanneer je weer iets te weten mag komen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Chronologisch verteld
verhaal dat verteld wordt zonder grote tijdsprongen

Slide 13 - Tekstslide

Niet-chronologisch verteld
verhaal met grote tijdsprongen
Dan in het heden, dan weer in het verleden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een flashback
  • Een tijdsprong terug in de tijd heet een terugblik, ofwel flashback.
  • Een flashback onderbreekt het verhaal een poosje.
  • Schrijvers gebruiken een flashback om een belangrijke gebeurtenis uit het verleden te laten zien.

Slide 16 - Tekstslide

Alle opdrachten in dit hoofdstuk gaan over het boek Boy7

Slide 17 - Tekstslide

boek en film
Verfilming: als van een boek een film wordt gemaakt.

Boek: woorden
Film: beelden

                 Aan het eind van deze les zie je de trailer van Boy7

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Fictie is waar gebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De schrijver probeert je nieuwsgierig te maken
Als de schrijver stopt met zijn verhaal op een spannend moment.
gebeurtenissen in een verhaal volgen elkaar op
heden en verleden lopen door elkaar
Terugblik
spaning in en boek
Cliffhanger
Chronologisch
Niet chonologisch
flashback

Slide 21 - Sleepvraag

Welk perspectief wordt in het boek Boy7 gebruikt?
A
Ik-perspectief
B
verhaal-perspectief

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Aan het werk
* boek
* studiemeter 

Slide 24 - Tekstslide