Wie steun krijgt, heeft macht

Rome, eeuwig imperium.
5.2 Wie steun krijgt, heeft macht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rome, eeuwig imperium.
5.2 Wie steun krijgt, heeft macht

Slide 1 - Tekstslide

Het Proefwerk
  • Wat moet je leren?
-  Hoofdstuk 4: 4.2, 4.3, 4.4.
- Hoofdstuk 5: 5.2.1, 5.2.2, 5.3.1, 5.3.2, 5.5 & 5.6.



Zie je dit icoontje?         Schrijf over!

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten H5
  • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
  • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
  • de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 3 - Tekstslide

5.2.1
Nooit meer een koning

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Monarchie
  • Romulus werd de eerste koning van Rome.
  • Zijn volgelingen kwamen uit het land van de Etrusken. Dit gebied ligt boven Rome.

Slide 7 - Tekstslide

Klaar met de monarchie!
  • Rome veroverde een hoop gebieden en werd steeds machtiger. 
  • Een koning had een raad van oudsten, die bestond uit rijke en machtige inwoners uit Rome.
  •  Koning Tarquinius Superbus zorgde voor onderdrukking en terreur.
  • In 509 v. Chr. lieten ze hem de stad niet meer in. Rome werd een Republiek.
Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer).

Slide 8 - Tekstslide

Waar ligt het land van de Etrusken?
A
Ten zuiden van Rome
B
Ten noorden van Rome
C
Ten westen van Rome
D
Ten oosten van Rome

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een republiek?
A
Bestuursvorm met een alleenheerser, waarbij een koning de baas is
B
Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer)

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heten de tweelingbroers die Rome hebben gesticht?

Slide 11 - Open vraag

Huiswerk!
  • Maken:  5.2 opdracht 1 t/m 2

Vergeet niet om op inleveren te klikken, zodat ik de nakijkbladen open kan zetten. 

Slide 12 - Tekstslide

5.2.2
De Senaat aan de macht

Slide 13 - Tekstslide

Nog even over de LessonUps...
  • Zie je dit icoontje?         schrijf over! Zorg dus dat je een schrift bij je hebt. Geen schrift bij? Aantekening!
  • Gebruik bij het inloggen je eigen naam. Emoji's mogen!
  • Dikgedrukte gele woorden zijn belangrijke of nieuwe begrippen/woorden.
  • Zie je dit icoontje?        Als je hierop klikt krijg je de uitleg van een begrip te zien. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  •  Kun je uitleggen hoe het bestuur van een Romeinse Republiek functioneert.

Slide 15 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 16 - Tekstslide

Was Rome eerst een monarchie of een republiek?
A
Een monarchie
B
Een republiek

Slide 17 - Quizvraag











 
Senatus Populusque Romanus
(De Senaat en het Volk van Rome)

Slide 18 - Tekstslide

Republiek
  • Het Senaat is een vergadering van alle rijke mannen.
  • Twee Consuls leiden het Senaat.
  • Mensen mochten stemmen in het Senaat. Is het dan een democratie?
  • Nee, alleen rijke mannen uit belangrijke families mochten stemmen.
  • Deze bestuursvorm heet een Aristocratie.
Senaat = Bestuursvergadering waarvan de leden uit de rijkste en machtigste families van Rome kwamen

Consul = Hoge bestuurder van Rome


Aristocratie = Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn, vaak rijke mensen (edelen)


Republiek = Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer)

Slide 19 - Tekstslide

En het gewone volk?
  • Het gewone volk van Rome kon geen Senator of Consul worden.
  • Daar kwam verzet tegen dus kwam er een volksvergadering
  • Alleen mannen met burgerrecht mochten stemmen. 
  • Vrouwen, kinderen, slaven en vreemdelingen mochten niet stemmen. 
Volksvergadering =
Vergadering van mannen met burgerrecht

Burgerrecht =
Het recht jezelf burger te noemen met de daarbij horende voorrechten


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Is Rome nu een democratie? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 22 - Open vraag

Let op!
  • We leren ALLEEN 5.2.1 en 5.2.2.

Slide 23 - Tekstslide