Rekenvolgorde, C1A, L27

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 3 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =

Slide 4 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 

Slide 5 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 = 29

Slide 6 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) = 

Slide 7 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =

Slide 8 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7

Slide 9 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 

Slide 10 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 

Slide 11 - Tekstslide

Bij opgaven met meerdere bewerkingen los je de opgaven volgens een vaste volgorde op.

De rekenvolgorde is
  1. Bereken wat binnen de haakjes staat. 
  2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
  3. Optellen en aftrekken van links naar rechts.

Bijvoorbeeld:
9 + 5 × 4 =
9 + 20 =29
Nog een voorbeeld:
8 : 2 × (4 + 3) =
8 : 2  × 7 = 
4  × 7 = 28

Slide 12 - Tekstslide

Testopgave











aantal
240









aantal







Slide 13 - Tekstslide

Nu controleer  je huiswerk

Slide 14 - Tekstslide

Blz.104

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Pak nu je kleurpotloden

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Blz.109
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Ik ken de volgorde waarin sommen worden uitgerekend .

😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan sommen op de afgesproken volgorde berekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Huiswerk
 herhaal blz.110+111
blz.109 afmaken

Slide 23 - Tekstslide