Paasviering
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
docebt 2 c : docent leest verder na de tekst :
Als het geluid verstomt is en iedereen weer naar huis is vertrokken komt Maria. De moeder van Jezus. Samen met anderen draagt ze Jezus naar zij graf. Het in rotsen uitgehouwen. Ze volgen het ritueel van de begrafenis. Ze zalven zijn lichaam en wikkelen het in doeken. Een grote steen wordt voor het graf gerold. De romeinen bewaken het graf. Jezus heeft gezegd dat hij na drie dagen op zou staan uit de dood. Dát zal wel. De romeinen zijn niet op hun achterhoofd gevallen. Zijn leerlingen komen vast het lichaam weghalen. De romeinen bewaken het graf dag en nacht de eerste dagen.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Pasen werd voor het eerst gevierd door
A
Romeinen
B
Grieken
C
Joden
D
Egyptenaren
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt er gevierd op eerste paasdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eerste Paasdag valt altijd op
A
Vrijdag
B
Dat is elk jaar verschillend.
C
Zondag
D
Woensdag
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Lang voordat het christendom ontstond, vierden de joden met Pasen hun bevrijding van de slavernij in Egypte. De joden vieren nog steeds Pasen – maar hoe noemen ze het feest?
A
Pesach
B
Bar mitswa
C
Chanoeka
D
Sjacharien
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vieren we op 2de Paasdag?
A
Dat Jezus zijn moeder Maria weer ziet.
B
Niks
C
Dat de kuikens weer uit het ei komen.
D
Dat Jezus is opgestaan
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor Pasen is de 40-dagen tijd.
Hoe noem je deze tijd ook wel?
A
Adventstijd
B
Witte broodsweken
C
Vastentijd
D
Sjabbat
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe wordt de week voor Pasen genoemd
A
drukke week
B
stille week
C
voorbereidingsweek
D
prepasenweek
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat herdenken wij met goede vrijdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op welke dag gedenken we het Laatste Avondmaal?
A
Palmzondag
B
Witte Donderdag
C
Eerste Paasdag
D
Goede vrijdag
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de juiste volgorde?
A
Kerst – Pasen – Pinksteren – Hemelvaart
B
Kerst – Pasen – Hemelvaart – Pinksteren
C
Pasen – Hemelvaart – Pinksteren – Kerst
D
Pasen - pinksteren - hemelvaart - kerst
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een volwassen legkip legt ongeveer
A
200 eieren per jaar
B
300 eieren per jaar
C
Iedere dag één, dus 365 eieren per jaar
D
100 eieren per jaar
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een wit ei wordt meestal gelegd door
A
Een witte kip
B
Een bruine kip
C
Zowel witte als bruine kippen
D
Kippen leggen geen witte eieren
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat eten kippen?
A
Graan
B
Kleine insecten
C
Graan en kleine insecten
D
Geen van de genoemde antwoorden
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je een zachtgekookt eitje wil koken, hoe lang moet deze dan koken?
A
3 minuten
B
4 minuten
C
5 minuten
D
6 minuten
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eieren worden in een heleboel voedingsmiddelen verwerkt. In welk voedingsmiddel zit geen ei?
A
Kaas
B
Cake
C
Beschuit
D
Brood
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het ene ei is groter dan het andere ei. Hoe komt dat?
A
Een dikke kip legt grotere eieren dan een dunne kip.
B
Een bruine kip legt grotere eieren dan een witte kip.
C
Oude kippen leggen grotere eieren dan jonge kippen.
D
Een witte kip legt grotere eieren dan een bruine kip
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
4 minuten
De Paashaas heeft Gekleurde Eitjes in een mandjeSnelste krijgt 3 punten
2e krijgt 2 punten
3e krijgt 1 punt
Fout krijgt geen punten
Wat was het antwoord van de rebus?
Slide 25 - Open vraag
1 minuut
De Paashaas heeft Gekleurde Eitjes in een mandjeSnelste krijgt 3 punten
2e krijgt 2 punten
3e krijgt 1 punt
Fout krijgt geen punten
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke tradities hebben
jullie thuis met pasen?
jullie thuis met pasen?
Slide 29 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
