In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4 havo ON lezen H3 argumentatie herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Drogredenen
Slide 2 - Tekstslide
Bij Monique thuis hadden ze vroeger geen enkel huisdier; geen wonder dat ze zo bang voor honden is.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 3 - Quizvraag
Ik denk wel dat hij zijn rijexamen in één keer haalt: hij haalde zijn vwo-examen ook op zijn gemak.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 4 - Quizvraag
Karel zal wel niet van voetballen houden, want hij is een overtuigd pacifist.
(pacifist = iemand die op het standpunt staat dat geweld geen geschikt middel is om problemen op te lossen)
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 5 - Quizvraag
Mijn opa heeft zijn hele leven gerookt en is inmiddels 89. Roken is blijkbaar helemaal niet zo ongezond als wel beweerd wordt.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 6 - Quizvraag
Onze leraar Nederlands zegt ook dat paardrijden eigenlijk een vorm van dierenmishandeling is.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op autoriteit
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
overdrijven van voor- of nadelen
D
vals dilemma
Slide 7 - Quizvraag
Als je niet toegelaten wordt tot de toneelschool, kun je het wel vergeten ooit BN'er te worden.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op autoriteit
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
overdrijven van voor- of nadelen
D
vals dilemma
Slide 8 - Quizvraag
U kunt het beste met Djoser op reis gaan: alleen maar boeiende bestemmingen, aangenaam gezelschap en altijd mooi weer.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op autoriteit
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
overdrijven van voor- of nadelen
D
vals dilemma
Slide 9 - Quizvraag
Je zult je muzikantenbestaan op moeten geven als je medicijnen wilt gaan studeren.
Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op autoriteit
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
overdrijven van voor- of nadelen
D
vals dilemma
Slide 10 - Quizvraag
Iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, want iedereen mag zeggen wat hij wil.
Van welke drogreden is sprake?
A
persoonlijke aanval
B
cirkelredenering
C
ontduiken van de bewijslast
D
overhaaste generalisatie
Slide 11 - Quizvraag
Je moet zo'n veganistische hipster nooit geloven.
Van welke drogreden is sprake?
A
ontduiken van de bewijslast
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
verkeerde vergelijking
Slide 12 - Quizvraag
Ik kan niet geloven dat de dieren zomaar gebruik gaan maken van het wildviaduct. Laat Milieudefensie eerst maar eens met bewijzen daarvoor op de proppen komen.
Van welke drogreden is sprake?
A
overdrijven van voor- of nadelen
B
persoonlijke aanval
C
ontduiken van de bewijslast
D
cirkelredenering
Slide 13 - Quizvraag
Standpunten en (feitelijke en waarderende) argumenten
Slide 14 - Tekstslide
Is het rode zinsdeel standpunt of argument?
Danceparty's moeten verboden worden: ze zijn een gevaar voor de volksgezondheid.
Feitelijk of waarderend argument?
A
Standpunt
B
Argument
Slide 15 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend argument?
Er moeten meer docenten met een universitaire opleiding komen, anders gaat het niveau van de havo achteruit.
A
waarderend argument
B
feitelijk argument
Slide 16 - Quizvraag
Feitelijk
argument
Waarderend
argument
Standpunt
Tegen-
argument
Weer-
legging
Die cabaretier is echt heel goed.
Hij heeft diverse prijzen gewonnen en zijn voorstellingen zijn altijd uitverkocht zijn.
Voor zijn show in Carré zijn nog voldoende kaarten beschikbaar hoor.
Slide 17 - Sleepvraag
Feitelijk of waarderend? 'Als je op jonge leeftijd gaat beginnen met roken, is een verslaving vaak sterker en is de kans op stoppen kleiner.'
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 18 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend? 'Ik vind ook dat de jongeren die roken op het schoolplein niets verkeerd doen, omdat ze niet mensen lastig vallen.'
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 19 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend? 'Maar als je dicht bij een school gaat wonen kan je dat verwachten dat dat soort dingen gebeuren.'
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 20 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend? 'Door te roken kan je andere mensen ook longschade geven, bijvoorbeeld door middel van meeroken.'
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 21 - Quizvraag
Argumentatiestructuur
Slide 22 - Tekstslide
Kies de juiste argumentatiestructuur.
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
Slide 23 - Quizvraag
Kies de juiste argumentatiestructuur.
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen leren dan goed samen te werken.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
Slide 24 - Quizvraag
oefenen blokjesschema
Hoe controleer je welk argument waar in het schema komt?
check: -van boven naar beneden WANT
-van onder naar boven DUS
-van links naar rechts EN
Slide 25 - Tekstslide
nevenschikkende argumentatie met argumenten
Want
Dus
en
Slide 26 - Tekstslide
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen.
Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Slide 27 - Sleepvraag
Kies de juiste argumentatiestructuur.
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
Slide 28 - Quizvraag
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen.
Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
Slide 29 - Sleepvraag
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.