H4.3 Rekenen aan reacties

Chemische reacties
3.3 Massaverhoudingen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Chemische reacties
3.3 Massaverhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Ik kan de massaverhouding bepalen met behulp van een kloppende reactievergelijking
  • Ik kan berekeningen aan reacties uitvoeren met behulp van verhoudingstabellen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning deze les
- Herhalen par. 3.3
- Nakijken en bespreken opdrachten 25 t/m 34 (was laatste les voor TW2)
- Verder aan opdrachten
- Laatste minuten vd les toets inzien en bespreken!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Rekenen aan reacties
Belangrijk:
Een chemische reactie voldoet altijd aan:
De wet van behoud van massa

Wet van behoud van massa:
De totale massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de totale massa achter de pijl.



Slide 4 - Tekstslide

Wet van behoud van massa, heet ook:

wet van Lavoisier
3.3 Rekenen aan reacties
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose (C6H12O6)
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Tip! gebruik de tabel achterin je boek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water
Geef hiervan de kloppende reactievergelijking! 
Glucose is C6H12O6

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
C6H12O6     + 6 O2             -> 6 CO2 +                6 H2O

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose 
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Tip! gebruik de tabel achterin je boek
180,0 u
32,0 u
44,0 u
18,0 u

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O
180 u         : 192 u      :   264 u  :  108 u

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

Slide 9 - Tekstslide

Wet van behoud van massa:

De massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de massa achter de pijl.


3.3 rekenen aan reacties
C6H12O6
O2
->
CO2
H2O
coëfficiënten
1
6
6
6
Molecuulmassa (u)
180,0 
32,0
44,0
18,0
Massa totaal (u)
1 x 180,0 = 180,0
6 x 32,0 = 192,0
6 x 44,0 = 264,0
6 x 18,0 = 108,0
Verhoudingen
180,0
192,0
264,0
108,0

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

264 gram

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Schrijf de berekeningen op je blaadje:

  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?

1. 54 gram
2. 137,5 gram

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
X = 90 x 108 / 180 = 54 gram water.
            OF:  90 is de helft van 180 dus 108 / 2 = 54.

C6H12O6 (g)
H20 (g)
180
108
90
X

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 rekenen aan reacties
X = 100 x 264 / 192 = 137,5 gram koolstofdioxide

O2 (g)
CO2 (g)
192
264
100
X

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt 350 gram chloor beschikbaar Hoeveel gram natrium is er nodig om alle chloor om te zetten in natriumchloride?
Reactievergelijking: 2 Na + Cl2 -> 2 NaCl

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram ammoniak wordt er gevormd als je 120 gram stikstof laat reageren met waterstof?
Reactievergelijking: N2 + 3 H2 -> 2 NH3

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:

  • H3 Paragraaf 3, kijk de opdrachten 25 t/m 34 na!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies