Paragraaf 5.2 Werken in de stad

Paragraaf 5.2 Werken in de stad
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.2 Werken in de stad

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen
We gaan zo eerst wat leerdoelen herhalen van de vorige les. 

Slide 2 - Tekstslide

In welk jaartal begint de tweede helft van de middeleeuwen?
A
500
B
1000
C
1200
D
1500

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor nam de landbouwproductie toe?
A
IJzeren ploeg en het Scandinavisch halsjuk
B
Houten ploeg en het Alfabetisch halsjuk
C
IJzeren ploeg en het Arabisch halsjuk
D
John Deere en het Arabisch halsjuk

Slide 4 - Quizvraag

Wat mocht een stad met stadsrechten niet?
A
Muur bouwen
B
Zich met het geloof bemoeien
C
Markt organiseren
D
Zichzelf besturen

Slide 5 - Quizvraag

Wie gingen er in een middeleeuwse stad over de rechtspraak?
A
Schout
B
Schepenen
C
Gilde
D
Soldaten

Slide 6 - Quizvraag

In deze les..
In deze les behandelen we paragraaf 5.2 Werken in de stad. 
Lees voor je begint de paragraaf in je tekstboek en bestudeer de leerdoelen. 

Slide 7 - Tekstslide

Beroepen
Door de gestegen landbouwproductie konden mensen zich gaan specialiseren in iets anders. Bijvoorbeeld bakker, smid of mandenmaker.
Wat ze maakten probeerde ze te verkopen in de stad. Vaak gingen ze daar ook wonen. Zo ontstonden er verschillende beroepen. 
Een beroep in de middeleeuwen werd bijna altijd uitgeoefend met de hand. Machines waren er niet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ambacht
In de middeleeuwen maakten mensen vaak een heel product met de hand. Denk hierbij aan een ton, mand of een zwaard. 
Zo'n beroep noemen we een ambacht. 

Slide 10 - Tekstslide

Gilde
Om een ambacht uit te oefenen moest je eerst lid worden van een gilde. 
Je kwam in dienst bij een meester. Als je genoeg had geleerd, mocht je een meesterproef doen. Bij een voldoende mocht je zelf een zaak beginnen. 

Slide 11 - Tekstslide

Gilde
Een gilde maakte onderling afspraken over de prijs van een product. Zo was er geen concurrentie. Gilde-leden hielpen elkaar ook bij ziekte of als er iemand dood ging. 

Slide 12 - Tekstslide

De markt
De markt had in een middeleeuwse stad een centrale plek. Vaak op het plein in het midden van de stad. De markt was heel belangrijk voor handelaren om hun producten te verkopen. Zeker voor de boeren die van buiten kwamen om hun producten te verkopen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hanze
Een groep steden in Noord en West-Europa ging op het gebied van handel samenwerken. Ze noemen zichzelf de Hanze. Ze gaven elkaar belastingvoordelen, reisden samen, maakten afspraken over de prijs van producten en kochten samen goedkoop goederen in.  

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hanzesteden
In Nederland waren ook steden lid van de Hanze. Vooral steden aan de kust en rivieren werden lid. Een lidmaatschap gaf de steden en hun handelaren een aantal voordelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit
B
Een functie in het leger
C
Een beroep waarbij je 1 onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt

Slide 20 - Quizvraag

Welk voordeel had je als je lid was van een gilde?
A
Je hoefde geen belasting te betalen
B
Bij ziekte zorgde het gilde voor je
C
Je kon goedkopere producten maken
D
Je hoefde je niet aan de regels te houden

Slide 21 - Quizvraag

Wat moest je halen om een eigen zaak te beginnen in de middeleeuwen?
A
Een diploma
B
Een vergunning
C
De meesterproef
D
Een examen

Slide 22 - Quizvraag

Waar liggen de meeste Hanze-steden?
A
In het binnenland
B
Op heuvels en bergen
C
Aan de kust en rivieren
D
Op eilanden

Slide 23 - Quizvraag

En nu?
Maak een mindmap over paragraaf 5.2
Verwerk alle leerdoelen uit de studiewijzer
Maak gebruik van je tekstboek, lesson-up, klasgenoten en internet. 

Slide 24 - Tekstslide