In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
leer de hele les
Werken met de microscoop
wld nov 2021
Slide 1 - Tekstslide
Neem eerst de hele les door
Ja, eerst alles lezen en bekijken!
Je weet WAT en HOE je het moet doen.
Het kost je 10 minuten maar daarna werk je goed en snel.
Niet alles gelezen, fouten gemaakt, niet alles gedaan.
Geen paraaf van de docent!
Pfff, weer opnieuw beginnen of corrigeren.
Opdracht helemaal en goed doorgelezen. Alles gedaan en op de juiste manier! Goede beoordeling van de docent: Compliment!
Iedereen moet de opdracht met een bepaald cijfer of een voldoende afsluiten.
Wie ben jij?
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt met een microscoop werken
Je kunt een schematische tekening maken
Je kunt de onderdelen benoemen
Je kent de functies van de onderdelen van de microscoop
Slide 3 - Tekstslide
Weet jij wat er bedoeld wordt als er wordt gezegd:
- Draai de revolger
- Het oculair vergroot 10 x
- Gebruik het objectief 4x
- Draai de grote stelschroef
- Vergroot het diafragma
- De kruistafel verplaatsen
- Lampje sterker
- Bij 400x: kleine stelschroef
- Draag bij het statief
- Ondersteun de voet
- Lampje aan?
- Tussen de klemmen,
NIET er onder!
- Meer licht gebruiken
- Draai het dopje ervoor
- Draai de tafel naar beneden
Het is wel zo handig dat je weet wat de docent bedoelt.
Daarom leer je de onderdelen en de functies.
Jij kunt daardoor zelfstandig beter werken en als er een aanwijzing gegeven wordt, snap je wat er bedoeld wordt.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de functie van een microscoop?
Slide 5 - Open vraag
microscopie
Je kent
de onderdelen
en
de functies
van de
microscoop
Slide 6 - Tekstslide
Zo staan de microscopen goed
Slide 7 - Tekstslide
Deze microscopen staan goed
Slide 8 - Tekstslide
B21 en B22 staan goed
Slide 9 - Tekstslide
Onjuist, lampje staat aan
Slide 10 - Tekstslide
Het dekglaasje is heel dun en klein.
Je gooit het weg na gebruik
.
Dit is het objectglas.
Hierop leg je wat je wilt bekijken (het object). Lever het objectglas in. Het wordt gereinigd en hergebruikt
Slide 11 - Tekstslide
Doosjes met dekglaasjes. Blauw is fout.
Altijd het kruis bovenop, dat is de deksel
Slide 12 - Tekstslide
Zo staan de doosjes met dekglaasjes goed
Slide 13 - Tekstslide
jodium op het preparaat en dekglaasje erop. Hoeveelheid is goed
Slide 14 - Tekstslide
Teveel jodium, het zit niet alleen onder het dekglaasje maar verspreid zich. Haal wat teveel is weg met papier
Slide 15 - Tekstslide
Als je dit ziet, zie je vooral veel luchtbellen. Dat is nooit de bedoeling.
Je hebt het preparaat niet goed gemaakt
Slide 16 - Tekstslide
Het preparaat maak je niet op de kruistafel
Het preparaat maak je op je werktafel
Slide 17 - Tekstslide
Dit preparaat is onjuist geplaatst, je moet het naar achteren schuiven en dan de klem loslaten
Slide 18 - Tekstslide
Preparaat goed geplaats,
licht schijnt door het preparaat
Slide 19 - Tekstslide
De kruistafel
Als je de kruistafel naar voren (van je af) beweegt:
dan zie je door de microscoop dat het object naar beneden gaat.
Als je de kruistafel naar links beweegt:
dan zie je door de microscoop dat het object
naar rechts gaat
Slide 20 - Tekstslide
40 x vergroot
draai de tafel omhoog, anders zie je niets!
Slide 21 - Tekstslide
40 x vergroot, licht door het object,
de tafel omhoog gedraaid, prima!
Je kunt nu scherpstellen want je hebt iets in beeld
Slide 22 - Tekstslide
Hier zie je de 'aanwijsnaald'.
De naald is een hulpmiddel.
Verplaats de kruistafel van je microscoop:
Wat je wilt bekijken, breng je heel dichtbij de punt van de aanwijs-naald. Stel scherp bij 40 x! Gebruik de grote stelschroef.
Daarna kun ga je verder vergroten.
Doe je dit niet, dan krijg je niet in beeld wat je wilt zien!
Slide 23 - Tekstslide
100 x vergroot... maar .....
waarschijnlijk niet scherp gesteld bij 40 x want de tafel staat heel laag
Slide 24 - Tekstslide
Een cel
Een cel is het kleinste deel van je lichaam of van een lichaam van een levend wezen.
Het lijkt wel een zakje met vocht erin. Maar, behalve vocht kan er veel meer in een cel zitten. Hoeveel en wat.... dat bepaalt wat voor soort cel het is.
Slide 25 - Tekstslide
400 x vergroot .... maar.... waarschijnlijk bij 40 x en 100 x niet scherp gesteld want de tafel staat heel laag
Slide 26 - Tekstslide
400 x vergroot.
Het objectief is dichtbij het objectglas.... prima
Slide 27 - Tekstslide
Vergroting 400 x
Als je aan de kleinestelschroef draait, stel je scherp op verschillende lagen van jouw beeld.
Zo kun je zelfs binnen een cel verschillende lagen bekijken.
Als je gaat tekenen, zoek dan een mooi beeld en kies (de laag van) een cel om te tekenen.
Slide 28 - Tekstslide
Het dekglaasje.... gooi je weg in de afvalbak
Slide 29 - Tekstslide
Het objectglas doe je in de kan met water
voor hergebruik
Slide 30 - Tekstslide
De kruistafel
Als je de kruistafel naar voren (van je af) beweegt:
dan zie je door de microscoop dat het object naar beneden gaat.
Als je de kruistafel naar links beweegt:
dan zie je door de microscoop dat het object
naar rechts gaat
Slide 31 - Tekstslide
Wat is de volgorde bij het opruimen?
dopje ervoor draaien
tafel naar beneden
lampje uit
preparaat van de tafel
1
2
3
4
Slide 32 - Sleepvraag
Wat hoort bij wat?
revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
vergroot 10x
lenzen vergroten 4x, 10x en 40x
Slide 33 - Sleepvraag
ANDERE LES:
Je kent defuncties van onderdelen van de microscoop leren.
Gebruik de tips over de manier van leren die je al hebt gekregen voor het leren van de onderdelen.
Succes!
Vergroten
Oculair x Objectief =
10 x 4 = 40 x
10 x 10 = 100x
10 x 40 = 400 x
Slide 34 - Tekstslide
Start situatie microscoop
(Zo haal je deze uit de kast)
Microscoop ophalen (na overleg met de docent):
Draag de microscoop midden voor je lichaam.
Vasthouden aan de voet en het statief
Zo is de microscoop weggezet:
Dopje zit ervoor (draai aan de revolver)
Tafel is naar beneden
Lampje is uit
Er ligt geen preparaat op
De tafel van de microscoop bevindt zich 'in het midden'
Slide 35 - Tekstslide
Nr. 6 = Diafragma:
Hiermee regel je de hoeveelheid licht door de opening groter of kleiner te maken. Door meer/minder licht te gebruiken word je beeld beter.