Nieuwsbegrip Nederland mag stemmen.

Nieuwsbegrip: Nederland mag weer stemmen

Filmpje over Nederland mag weer stemmen

Woordenschat

Quiz

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip: Nederland mag weer stemmen

Filmpje over Nederland mag weer stemmen

Woordenschat

Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het filmpje

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

1. Schrijf de woorden in je map

2. Vertaal ze in je eigen taal

Slide 17 - Tekstslide

Kijkvragen
  1. Hoe vaak zijn er Tweede Kamerverkiezingen? (0.20)
  2. Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen? (0.57)
  3. Hoeveel partijen doen er dit jaar mee? (1.18)
  4. Wat is er dit jaar anders door corona? (1.45)
  5. Hoeveel  mensen zitten er in de Tweede Kamer? (2.32)
  6. Wat is een coalitie? (3.55)

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk het filmpje nog een keer

Slide 19 - Tekstslide

Hoe vaak zijn de Tweede Kamer verkiezingen? (0.20)
A
elke 3 jaar
B
elke 4 jaar
C
elk jaar
D
elke 5 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Hoe oud met je zijn om te mogen stemmen? (0.57)
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel partijen doen er dit jaar mee? (1.18)
A
35
B
36
C
37
D
38

Slide 22 - Quizvraag

Wat is er dit jaar anders door corona? (1.45)
A
3 dagen stemmen in plaats van 1 dag
B
2 dagen stemmen in plaats van 1 dag
C
5 dagen stemmen in plaats van 1 dag
D
4 dagen stemmen in plaats van 1 dag

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel mensen (volksvertegenwoordigers) zitten er in de Tweede Kamer? (2.32)
A
120
B
130
C
140
D
150

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een coalitie? (3.55)
A
een samenwerking
B
een tegenwerking
C
een partij
D
een verkiezing

Slide 25 - Quizvraag

stemmen
het kiezen van mensen die de baas worden van een stad of land
iemand die ergens woont
beslissen
een groep mensen met dezelfde plannen voor een land
belangrijk zijn
reclame maken voor wat je graag wilt
kiezen
de verkiezingen
de inwoner
bepalen
de politieke partij
macht hebben
campagne voeren

Slide 26 - Sleepvraag

Wat betekent het woord stemmen?
A
kiezen
B
iemand die ergens woont
C
beslissen
D
belangrijk zijn

Slide 27 - Quizvraag

Wie zijn de inwoners?
A
kiezen
B
beslissen
C
mensen die ergens wonen
D
belangrijk zijn

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent:
de verkiezingen?
A
het vieren van een feest
B
het praten op televisie
C
het kiezen van de baas van een land of stad

Slide 29 - Quizvraag

Nederlanders bepalen wie er in de Tweede Kamer komt.
Bepalen betekent:
A
ontdekken
B
beslissen
C
overleggen

Slide 30 - Quizvraag

Wat betekent de politieke partij?
A
een groep mensen op vakantie
B
een groep mensen met dezelfde ideeën
C
een groep mensen op een feest

Slide 31 - Quizvraag

Wat betekent macht hebben?
A
boos zijn
B
aardig zijn
C
belangrijk zijn

Slide 32 - Quizvraag

wat betekent
campagne voeren?
A
reclame maken
B
dieren voeren
C
beter zijn

Slide 33 - Quizvraag

Iemand die veel macht heeft, is.....
A
belangrijk
B
boos
C
aardig

Slide 34 - Quizvraag

mensen die campagne voeren, maken vooral....
A
reclame
B
herrie
C
plezier

Slide 35 - Quizvraag