1HV_Live lessen

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programme 2 juin

• Werkwijze LIVE lessen en ONLINE lessen
• Spreekvaardigheid & Weekplanner

LIVE lessen

MET docent

• Spreekvaardigheid
• Uitspraak
• Vragen stellen

ZONDER docent

Werken aan de weekplanner =

• Woordjes leren en herhalen
• Voorbereiden spreekvaardigheid
• Opdrachten maken
  

ONLINE lessen

• Herhaling vocabulaire
• Herhaling grammatica
• Quizzen

De planner

De planner staat in de studiewijzer in de ELO in Magister. 

Digitaal of in je boek.

AU TRAVAIL!!

Parler!

Comment tu t'appelles?

Tu habites où?

Tu as quel âge?

Tu fais quel sport?

Tu joues d'un instrument?

WERKVORM:

• Lèvez-vous!
• Wijs iemand aan en stel een vraag. Je gaat zitten als je geweest bent.

Prononciation

oi > [wa]

croissant

trois

ai > [è]

mayonaise

mai

Prononciation

1. Mon anniversaire c'est le trois mai.
2. J'aime le mois de mai parce qu'il ne fait jamais mauvais.
3. Pour mon anniversaire, j'invite mes copains chez moi.
4. On boit du coca mais après je ne sais pas quoi faire.
5. Je sais que le trois mais est encore loin mais:
6. Qui peut m'aider à choisir un thème pour ma fête?

Programme 3 juin

Zelfstandig werken aan weekplanner

Overhoren vocabulaire

Spreekvaardigheid

Cherche l'intrus.

1. la compétition
2. l'équipe
3. gagner
4. le message

Cherche l'intrus.

1. chanter
2. le passetemps
3. donner
4. faire du patinage

Cherche l'intrus.

1. la femme
2. le vent
3. l'homme
4. l'enfant

Voca p. 118

Prononciation

Répétez!

Parler

Tu as quel âge?

C'est quand ton anniversaire?

Phrases-clés p. 160-162

Programme  9 juin

• Prononciation: d, t, s aan het eind van een woord
• Vocabulaire
• Phrases-clés

Prononciation

• la fois
• depuis
• différent
• c'était
• je dois
• mauvais
• sans
• important
  

oi = [wa]

ai = [è]

ui = [wi]

C'est quoi?

Olifantenpaadjes

Olifanten nemen altijd de dezelfde en de kortste weg. Hoe vaker zij deze weg lopen, hoe duidelijker de weg te zien is. Zo werkt het ook in je hersenen: hoe vaker je het woord herhaalt, hoe sterker het ‘pad’ wordt naar de vertaling en hoe groter de kans is dat je het woord goed onthoudt.

Parler

C'est quel jour?

Quelle heure est-il?

Programme: 8 juillet

• Le verbe 'aller'

• Opdrachten in Teams
• Quiz
  

Objectif

Je kent het werkwoord 'aller' en de futur proche.

Futur proche

• Je vais faire mes devoirs = ik ga mijn huiswerk maken
  
• Tu vas jouer au foot = jij gaat voetballen
• Il va parler français = hij gaat Frans spreken
• Nous allons regarder un film = wij gaan een film kijken
• Vous allez faire du hockey = jullie gaan hockeyen
• Elles vont manger une pizza = zij gaan een pizza eten
  

Kahoot

Le verbe aller

https://create.kahoot.it/share/aller/945d90e3-9442-496f-93e3-1f8ecce4c20f