Les 3: Spelling - Leestekens: komma

Les 3: Spelling - Leestekens: komma
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Spelling - Leestekens: komma

Slide 1 - Tekstslide

Boekenpitch

Slide 2 - Tekstslide

Je leert deze les komma's op de juiste manier gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Zo gebruik je komma's:
- In een zin met twee persoonsvormen (werkwoorden) naast elkaar. 

Toen de bel ging, blafte de hond heel hard. 

Slide 5 - Tekstslide

Zo gebruik je komma's:
Tussen de delen van een opsomming.

Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar sokken. 

Slide 6 - Tekstslide

Zo gebruik je komma's:
Voor voegwoorden, zoals: maar, nadat, terwijl, want en zodat. 

Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Neem de zin over en zet een komma op de goede plaats. Zet ook hoofdletters en leestekens.

ik eet het liefst patat pizza en pannenkoeken


Slide 8 - Open vraag

Neem de zin over en zet de komma op de goede plaats. Gebruik ook hoofdletters en leestekens.

kun je mij even bellen want ik ben mijn mobieltje kwijt

Slide 9 - Open vraag

Neem de zin over en zet de komma op de goede plaats. Gebruik ook hoofdletters en leestekens.

toen musab de winnende goal maakte vlogen alle spelers hem om de nek

Slide 10 - Open vraag

Leerdoel: 
- Ik kan komma's op de juiste manier gebruiken. 
Maken: 
Cursus 7 Spelling
§ 3 Leestekens: komma opdrachten 1 t/m 4 maken (blz. 222/223)
Niet af huiswerk

Klaar? 
Dan laten zien.


Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 12 - Tekstslide