Basisstof 1: organen van dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Organen van dieren

Welke organen ken je?

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kunnen jullie:

•  Verschillende organen en hun kenmerken bij mensen benoemen.
• Noemen welke functie een orgaan heeft en dit plaatsten bij  het orgaan in het juiste orgaanstelsel.

groot---------------------------klein

- organisme

- organenstelsel

- orgaan

- cel

Organen

Ons lichaam is opgebouwd uit organen.

Orgaan: deel van een organisme met één of meer functies. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Orgaanstelsels

orgaanstelsel = groep organen die samen een taak uitvoeren

bloedvaten stelsel

verteringsstelsel

ademhalingsstelsel

skelet

zenuwstelsel

spierstelsel

Het is belangrijk dat je de organen en organenstelsel kunt benoemen. Ook moet je weten welke organen bij welk organenstelsel horen

blz 87 boek

lees bladzijde 86,87 en 88

Organen van dieren

Huiswerk

Maken: Opgave 1 tot en met opgave 6 op blz 89-92

Extra: opgave 7 op blz 93

Biologiepagina: de elf orgaanstelsels

nogmaals uitleg:https://www.youtube.com/watch?v=jK-QdPagFEU

Kom kijken bij de torso vooraan

Je hart is een...

1. spier
2. orgaan
3. orgaanstelsel
4. weefsel

Hoe heet het orgaan
rechts- onder het
donker bruine orgaan?

1. Lever
2. Maag
3. Galblaas
4. Alvleesklier

Wat zijn organen?

1. Dat is het middenrif.
2. Het zijn cellen in je romp.
3. Dat zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak.
4. Dat is de borstholte en de buikholte samen.

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 4

1. Lever
2. Long
3. Nier
4. Maag

Is dit een orgaan?

1. Ja dit is een orgaan
2. Nee dit is een orgaanstelsel

Wat is geen orgaan

1. huid
2. voeten
3. nieren
4. hart

Is dit een orgaan?

1. Ja!
2. Nee!

Dit is een orgaan van de mens.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?

1. Tot het ademhalingsstelsel
2. Tot het bloedvatenstelsel
3. Tot het verteringsstelsel
4. Tot het zenuwstelsel

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 2

1. Lever
2. Long
3. Nier
4. Maag

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 5

1. Lever
2. Long
3. Nier
4. Maag

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 8

1. slokdarm
2. Long
3. hart
4. Maag

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 10

1. aorta
2. nier
3. lever
4. Maag

een orgaan is een deel van een organenstelsel

1. waar
2. niet waar

Heeft een kip organen? En heeft een tulp organen?

1. Alleen een kip heeft organen
2. Alleen een tulp heeft organen
3. Een kip en een tulp hebben allebei organen
4. Geen van beide hebben organen

Een organenstelsel is een groep organen die samen een bepaalde functie hebben

1. Goed
2. Fout

In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?

1. Orgaan – organenstelsel –– cel – weefsel.
2. organenstelsel – weefsel – orgaan – cel.
3. Organenstelsel – orgaan – weefsel – cel .
4. Weefsel – organenstelsel – orgaan – cel.

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kunnen jullie:

•  Verschillende organen en hun kenmerken bij mensen benoemen.
• Noemen welke functie een orgaan heeft en dit plaatsten bij  het orgaan in het juiste orgaanstelsel.