2a2 chap 1 - grammaire (passé composé partie 2)

Focusleren
Français en classe
Grammaire D partie 2
Au travail
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Focusleren
Français en classe
Grammaire D partie 2
Au travail

Slide 1 - Tekstslide

Focusleren
chap1 vocabulaire A/B
           phrases C
           grammaire D (passé composé)

Herhalingsstof
basis werkwoorden -er  + regel tegenwoordige tijd (-e/-es..)
basis werkwoorden -er  + regel verleden tijd (passé composé)

être / avoir  (tegenwoordige tijd)
être / avoir / faire  (verleden tijd)


timer
7:00

Slide 2 - Tekstslide

Français en classe
  • Tu es en quelle classe?
  • Tu aimes la viande / les légumes / le fromage ?
  • Tu joues souvent à la console ?
  • Tu as quelles matières le lundi?
  • Quelle est ta matière préférée ?
  • Qui est ton prof de biologie / maths ?
  • C'est quand ton anniversaire?
  • Tu as passé de bonnes vacances?
  • Tu as été où ?
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire D (partie 1 = deel 1)

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire D (partie 2 = deel 2)

Slide 5 - Tekstslide

Hij is in Turkije geweest.
A
Elle a été en Turquie.
B
Elles aux été en Turquie.
C
Ils ont été au Turquie.
D
Il a été en Turquie.

Slide 6 - Quizvraag

Zij hebben geskied.
A
Ils ont fait du ski.
B
Elles a fait du ski.
C
Elles sont fait du ski.
D
Ils sont fait du ski.

Slide 7 - Quizvraag

Mevrouw Buis heeft chocola gehad.
A
M Buis a eu le chocolat.
B
M Buis as eu le chocolat.
C
M Buis eu le chocolat.
D
M Buis ont eu le chocolat.

Slide 8 - Quizvraag

Tel hoe vaak de onregelmatige vormen (pc) in het verhaal zitten.

J'ai été en Italie avec mes parents, ma petite soeur et mon frère.
J'ai eu une glace. La glace était énorme ! Hmmmm.....
On a fait un tour à Rome, c'était formidable.

Slide 9 - Open vraag

Décris tes vacances !

1. Waar ben je geweest? (avoir + été + pays)
2. Wat heb je gegeten? (typisch eten) (avoir + eu + gerecht)
3. Wat heb je gedaan? (noem 1 activiteit) (avoir + fait + activiteit)

Slide 10 - Open vraag

Au travail
Faire:             ex. 17c + 17e              ex. 13e

Corriger:        ex. 17c+e

Extra herhaling P.C. :  ex. 4abc            p. 138
Corriger:                    ex. 4abc

Klaar? Quizlet

Slide 11 - Tekstslide