Nakijken 2.1 en bespreken 2.2

Met welke regel kun je hoek C berekenen?
A
F-hoeken
B
Z-hoeken
C
Som vd hoeken in een vierhoek is 360 graden.
D
Som van de hoeken in een driehoek is 180 graden.
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Met welke regel kun je hoek C berekenen?
A
F-hoeken
B
Z-hoeken
C
Som vd hoeken in een vierhoek is 360 graden.
D
Som van de hoeken in een driehoek is 180 graden.

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel graden is hoek C?

Slide 2 - Open vraag

Welke driehoek is een gelijkbenige driehoek?
A
ADE
B
ABC
C
ADC
D
ABE

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel graden is hoek D2?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel graden is hoek E2?

Slide 5 - Open vraag

Waarom zijn hoek D1 en hoek B even groot?
A
Het zijn Z-hoeken.
B
Het zijn F-hoeken
C
Het zijn gestrekte hoeken.
D
Ze zitten in een driehoek.

Slide 6 - Quizvraag

Welke hoeken vormen samen een Z-figuur?
A
Hoeken A en B
B
Hoeken D1 en C1
C
Hoeken C1 en D2
D
Hoeken E2 en C2

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel graden is hoek D3?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel graden is hoek E2?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel graden is hoek E1?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide