Nieren en urinewegen

   Nieren en urinewegen
week 50 les 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

   Nieren en urinewegen
week 50 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen aan het eind van deze lessencyclus:
• De student heeft kennis van de anatomie, fysiologie van nieren en urinewegen.
• De student weet uit welke onderdelen een nefron is opgebouwd en hoe de vorming van urine plaatsvindt.
• De student heeft kennis van de onderdelen van de urinewegen, te weten de urineleiders, urineblaas en de urinebuis.
• De student weet de verschijnselen van de meeste voorkomende urinewegaandoeningen te herkennen en weet hoe de behandeling eruit ziet.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitscheidingsorganen kennen jullie?
Let op is een beetje een strikvraag!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheidingsorganen
Huid                lever                        longen

Slide 4 - Tekstslide

Welke ontbreekt? Daar gaan we de komende weken mee aan de slag. 
De urinewegen
  • Nieren 
  • Urineleider (ureter) = urine van nier naar blaas
  • Blaas (vesica urinaria) = opslag van urine, uitscheiden van urine
  • Urinebuis (urethra) = uitscheiden van urine

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren
  • Ren (EV) - renes (MV) 
  • Let op: bovenop de nier ligt een klier = de bijnier.(adrenes)
    Dit is geen onderdeel van de nier maar een apart orgaan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van de nier
  • 10-12 cm lang, 6-7 cm breed, 150 gram en 3 cm dik.
  • Roodbruine boonvormige organen.
    (Waarom deze kleur?)
  • Ze liggen rt.h.v. onderste ribben 
  • Waarom ligt de rechternier lager? 
Ligging nieren

Slide 7 - Tekstslide

roodbruin ivm de vele bloedvaten van de nieren. 

retro is achter
peritoneaal is buikvlies 
dus de nieren liggen achter het buikvlies

De rechternier ligt lager omdat hij onder de zware lever ligt. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren worden 
beschermd 
door: 
1. De ribben
2. Vetkapsel; ligt om de nieren heen en wordt verstevigd door een ophangband die zorgt dat de nier niet kan verzakken. 

Slide 9 - Tekstslide

'Wandelnier'
Een 'wandelnier' betekent dat die steunbanden en/of het vetkapsel verslapt of geslonken zijn, waardoor de nier van ligging verandert. Dankzij de enorme reservecapaciteit kan een gedeelte van één nier de functie van beide nieren probleemloos overnemen.
Functie nier
  • Verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam door uitscheiding van de urine

Maar ook:
  • regulering vochthuishouding (water en zouten)  >Regulatie bloeddruk (RR> Riva Rocci)
  • Regelen zuurgraad (Ph) van het lichaam. > bicarbonaat
  • Aanmaak, uitscheiding en metabolisme hormonen. (renine, erytropoetine)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de nieren ken je?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderdelen
Een nier bestaat van buiten naar binnen uit:
1.  Nierschors
2. Niermerg
3. Nierbekken





Nierschors
Cortex renalis
Buitenste laag van de nieren.
Hier bevinden zich de Nefronen. (Funtionele eenheden van de nier) 

Niermerg
Medulla renalis
Binnenste laag van de nier. 
Hierin liggen de verzamelbuisjes die de urine vanuit de kapsels naar de nierbekken (pyelum/pelvis) brengen. 
Hier wordt de echte urine gevormd.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine.
Latijnse naam: Pelvis/Pyelum
Trechervormig
Vanuit hier gaat de urine via de ureters (urineleiders) naar de blaas (vesica urinaria) 
Urineleider
via het nierbekken (Pyelum/Pelvis) komt de verzamelde urine in de urineleider (Ureter) . Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. (Vesica urinaria)
Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
De ureter mondt uit aan de achter-onderzijde van de blaas. Omdat hij schuin door de blaaswand loopt, wordt de ureter bij vulling van de blaas dichtgedrukt, zodat de urine niet kan terugstromen. 
Urinebuis
Urethra: verbinding tussen de blaas en de buitenwereld.

De urethra (urinebuis) ontspringt aan de onderzijde van de vesica urinaria (blaas). 

Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen. Mictiedrang
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam. 

Het lozen van de urine wordt door 2 sluitspieren bewaakt. De ene willekeurig, de ander onwillekeurig.
D.m.v. ontspanning van de willekeurige sluitspier ontstaat mictie. (Het legen van de blaas) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineblaas (vesica urinaria)
  • De u(urineleider) mondt uit aan de achter-onderzijde van de
    blaas; 
  • Van binnen bekleedt met slijmvlies met daaromheen
    een wand van glad spierweefsel.
  • Blaas gevuld> prikkel zenuwstelsel-mictiedrang
  • De  (urinebuis) ontspringt aan de onderzijde.  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdrachten uit je werkboek! 
HFD 3.7
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies