Leesvaardigheidstraining - Lesson 4

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • You will learn how to deal with ABCD questions generally
  • Your learn about words that make answers wrong!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze signaalwoorden geeft een VOORBEELD aan.
A
Nevertheless
B
Besides
C
All in all
D
For instance

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is a peanut butter answer? Answer in English

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ABCD questions (step by step)
1. Look at the title, picture and check what the general idea (grote lijn) is
2. Read the question and underline which paragraph you have to read. Check if the question has useful information (like information that CITO gives you or an indication which part of the text you have to read/look at). 
3. Read the text. Underline linking words. 
4. Remove the peanut butter answers!
5. Tips to get the correct answer: 
-how often is an answer mentioned (correct answers are often mentioned more than once)
-does the answer fit the general idea? (past 't in de grote lijn)? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Words that make answers wrong
1: geen ruimte voor nuance
2: stijgende/dalende lijn
3: verkeerde uitleg door CITO


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: geen ruimte voor nuance
Dit gaat om woorden in de antwoorden die geen 'nuance' 
(= subtiel onderscheid) toelaten.

Denk aan woorden als: 
NL: altijd, alleen, het meest, nooit, etc.
EN: always, only, solely, most, never, etc.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2: stijgende/dalende lijn


Alle woorden die stijgend/dalend betekenen. 

NL: steeds meer, minder, etc.
EN: more (and more), increasingly, reduce, etc.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3: verkeerde uitleg door CITO

Tekst zegt x én y, antwoord zegt x meer dan y

Text: havo students are as cool as vwo students. 
Answer: havo students are cooler than vwo students. 

EN: more X than Y, to prefer, 
comparisons!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

First look at the question and the answer. Do you see any words that make the answer(s) wrong? 
Does that mean there are peanut butter answers? 

Slide 10 - Tekstslide

B
The correct answer is:
A
-
B
-
C
-
D
-

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies