Renaissance historische context

Vandaag
  • Boeren-gezelschap
  • historische context
  • opdracht
  • huiswerk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Boeren-gezelschap
  • historische context
  • opdracht
  • huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Boeren-gezelschap
1    Kwintet.
2    De functie van ”Boeren-gezelschap” is vooral in verband te brengen met het propageren van normen en waarden. In strofe 1 tot en met 10 (vs. 1-50) wordt een gezelschap beschreven dat ongewenst gedrag vertoont: de personages gokken, drinken (te) veel wijn, beginnen seksuele avontuurtjes en hun gedrag leidt tot een vechtpartij met dodelijke afloop. Dit in strofe 1 tot en met 10 beschreven gedrag is (vanuit stedelijk perspectief) te typeren als ongewenst en daarom hoort de burger/stedeling in de laatste strofe (vs. 51-55) dat hij beter niet naar boerenfeesten kan gaan en dus geen “boers” gedrag kan vertonen.

Slide 2 - Tekstslide

3    Exempla contraria (“Verkeerde werelden”) propageren normen en waarden door het ongewenste boerse en onbeschaafde gedrag weer te geven. Het gedrag van de personages van het “Boeren-gezelschap” is niet het gedrag van boeren, maar is het gedrag van mensen die zich ‘boers’, dus onbeschaafd gedragen. Door te tonen hoe het niet moet (en dat belachelijk te maken), leert men hoe het wel moet.
4    “wij” zijn de beschaafde burgers en “zij” zijn de onbeschaafde onburgerlijke personen die ongewenst ‘boers’ gedrag vertonen. De ideologische tegenstelling is die tussen ‘beschaafd’ (“wij”, burger) en ‘onbeschaafd’ (“zij”, onburgerlijk). Iedereen die zich niet volgens de burgerlijke (stedelijke) gedragscode gedraagt, valt erbuiten en wordt als onbeschaafd “zij” buitengesloten.

Slide 3 - Tekstslide

5    Het gezelschap bestaat niet zozeer uit boeren als wel uit personen die zich ‘boers’ (dus: onbeschaafd) gedragen. De titel kun je lezen als: “Onbeschaafd gezelschap”.


Slide 4 - Tekstslide

Uit welk deel van Bredero's liedboek komt het lied?
A
Aendachtigh
B
Amoreus
C
Boertigh
D
Voor-sangh

Slide 5 - Quizvraag

historische context

Slide 6 - Tekstslide

Historische ontwikkelingen 
  •     De hervorming (reformatie): Luther en Calvijn
  •     1555: Filips II volgt Karel V op als koning van Spanje en heer van de Nederlanden
  •     1566: Beeldenstorm
  •     Tachtigjarige oorlog (1568 – 1648)

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel stellingen spijkerde Maarten Luther aan de kerk in Wittenberg?
25
45
75
95
100

Slide 8 - Poll

4. Daarom blijft de goddelijke straf, zolang de mens afkeer heeft van zichzelf en dat is de echte innerlijke boete bestaan tot aan de overgang uit dit tot het eeuwige leven.
5. De paus wil en kan geen andere straf kwijtschelden dan die hij heeft opgelegd naar eigen goeddunken of volgens kerkelijke wensen.
6. De paus kan zondeschuld slechts vergeven door te verklaren en te bekrachtigen, dat ze door God vergeven is, hij kan echter wel de schuld vergeven in die gevallen waarover hem het recht toekomt. Bij minachting van dat recht zou die schuld niet kwijtgescholden kunnen worden en blijven bestaan.
7. God vergeeft niemand de schuld zonder hem te brengen tot deemoedige gehoorzaamheid aan de priester als Zijn plaatsvervanger.

Slide 9 - Tekstslide

Historische ontwikkelingen 
  • Verzet tegen Spanje door protestanten ('geuzen') o.l.v. stadhouder Willem van Oranje (opgevolgd door Maurits en Frederik Hendrik van Oranje)
  • 1585: val van Antwerpen, start bloei Amsterdam
  • 1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • 1609 – 1621: Twaalfjarig Bestand
  • Veel interne conflicten, 1619 moord Johan van Oldebarnevelt
  • 1648: Vrede van Münster
  • 1672: Rampjaar


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Scheiding Noord en Zuid 
- 1584-1585: beleg van Antwerpen 
- Spanjaarden overwinnen in Antwerpen 
- Belangrijkste havenstad Nederland verloren
- Enorme immigratie vanuit het zuiden naar het noorden: Antwerpse calvinisten, kunstenaars en rijke handelslieden vestigden zich in Amsterdam
- Amsterdam komt tot bloei, de zuidelijke Nederlanden verliezen centrale positie 

Slide 12 - Tekstslide

Historische ontwikkelingen 
Ontdekkingsreizen: 
  • Amerika (Columbus) 
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie 
  • Verenigde West-Indische Compagnie 
  • Handel maakt bloeiperiode door
  • Gouden eeuw begint 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wie / wat wordt er aangesproken in dit gedicht?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Welke verwijzing(en) naar de klassieke oudheid bevat dit gedicht?

Slide 17 - Open vraag

Waarom kiest Vondel voor deze vorm?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
bestuderen H2 Culturele context, p. 100-108

Slide 20 - Tekstslide

Culturele ontwikkelingen 
- Renaissance 
- Humanisme (Erasmus) 
- Empirisme 
- Rationalisme 

Slide 21 - Tekstslide

Culturele ontwikkelingen 
- Renaissance 
Hernieuwde interesse klassieke oudheid 
Einde van 'the dark ages' -> nadruk op het leven nu 
Homo Universalis, de universele mens 
Invloed op kunst en literatuur 
Translatio, imitatio, aemulatio 


Slide 22 - Tekstslide

Literatuur in Nederland
- Boekdrukkunst zorgde ervoor dat de schrijver van een werk voortaan wel met naam bekend werd 
- Schrijvers werden beroemde personen. 
- Bekendste Nederlandse schrijvers hadden ook maatschappelijk invloedrijke posities, zoals Hooft, Vondel, Huygens 
- Schrijvers zagen zichzelf als opinievormers en volkopvoeders 

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerken literatuur
- Beïnvloed door de Renaissance
- Toneel: van vertellend naar uitbeeldend . 
- Didactische aspect belangrijk (opvoedkundig) 
- Muziek belangrijk, o.a. 'geuzenliederen'

Slide 24 - Tekstslide

Kenmerken literatuur
Toneel: 
Bloeiende toneelcultuur 
Muziek, zang, dans 
Treurspellen/tragedies: in vijf bedrijven wordt de ondergang van een hooggeplaatst figuur geschetst 
Kluchten: kort humoristisch toneelstuk, met stereotiepe personages (domme boer, wellustige kerel, gewiekste oplichter) met als thema bedrog of overspel 

Slide 25 - Tekstslide