mh2 ch3 herhaling stof chapitre 3

le programme

Chapitre 3 - le beau monde
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
vocabulaire en zinnen
être en avoir (herhaling!)
havo: werkwoorden op -ir

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

le programme

Chapitre 3 - le beau monde
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
vocabulaire en zinnen
être en avoir (herhaling!)
havo: werkwoorden op -ir

Slide 1 - Tekstslide

aan het eind van de les:
heb je de stof van hoofdstuk 3 doorgenomen

Slide 2 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord: het schema staat op p.124
voorbeeld: MIJN
Kijk naar het woord wat erachter staat! 
is het een 'la'- of 'une' (=vrouwelijk) woord? -> MA
is het een 'le'- of 'un' (=mannelijk) woord? -> MON
is het een meervoud? -> MES

Kijk dus altijd naar het woord wat erachter staat! 
Dát bepaalt de vorm.
Leer dus goed of een woordje mann. of vr. is!


Slide 3 - Tekstslide

42

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

volgende link: 
oefensite

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

die/dat/deze
  • la of une -> cette
  • le of un  -> ce
  • le of un, beginnend met klinker (aeiou) -> cet
  • les of des  -> ces

Slide 9 - Tekstslide

48

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

voorbeeld: H 30 
ce message                                              cette actrice
ce chanteur                                              ces chansons
ces critiques                                             cette couleur

Slide 12 - Tekstslide

havo-opdracht
tu as vu cette fille?

elles aiment beaucoup cet acteur américain.

elles regardent souvent ce film comique.

aujourd'hui, elles vont au cinéma avec ce garçon.

Robert et Claude n'aiment pas cette comédie.

Ils aiment beaucoup cette chanteuse.

Slide 13 - Tekstslide

HAVO G: verbes en -ir
choisir, finir, rougir, réfléchir, réussir, grandir, remplir

LEER OOK DE BETEKENIS!!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

vocabulairetest
klik  op de volgende link


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

mavo: F-N
havo: ook schrijven! (N-F)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

donc...
jij hebt gelijk = tu as raison
wij hebben gelijk = nous avons raison

ik ben het er mee eens. = je suis d'accord
zijn jullie het er mee eens? = vous êtes d'accord?

Slide 21 - Tekstslide

hebben

ik heb
jij hebt
hij heeft, zij heeft, men heeft
wij hebben
u heeft/ jullie hebben
zij hebben 
avoir

j'ai
tu as
il a, elle a, on a
nous avons
vous avez
ils ont, elles ont

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Etre
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils

Slide 25 - Sleepvraag

Les devoirs
proefwerk chapitre 3


chapitre 3

Slide 26 - Tekstslide

Au revoir!

Slide 27 - Tekstslide