Toen de koning zei
Dat hij zichzelf wilde bestelen,
Protesteerde Elegast.
Hij zei: ‘Dat God dat moge verbieden!
Hij mag doodvallen die mij adviseert
Dat ik de koning schade zal berokkenen.
Al heeft hij mij door valse beschuldigingen
Mijn bezittingen ontnomen en verdreven,
Ik zal voor hem mijn hele leven
Een zo goed mogelijke vriend zijn.
Ik zal hem vannacht geen schade berokkenen,
Want hij is de wetmatige heer.
Als ik hem geen eer bewijs,
Mag ik me schamen voor God.
Hiertoe zal ik me niet over laten halen.