Les 1: Intro + Zenuwstelsel

Wat heeft het zenuwstelsel met verslaving te maken?
1 / 32
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat heeft het zenuwstelsel met verslaving te maken?

Slide 1 - Woordweb




Thema Roes

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaan we dit thema over hebben?
- zenuwstelsel (hersenen, zenuwen, etc.)
- verslavende middelen (ook klein stukje scheikunde)
- sociale aspect van middelen
- hoe wordt er thuis mee omgegaan

Slide 3 - Tekstslide

Deze workshop gaat over het zenuwstelsel

Dit is voor een groot deel herhaling leerjaar 1

Slide 4 - Tekstslide

Zenuwstelsel
                                      
Gedeeltelijke herhaling leerjaar 1

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort waarbij in het zenuwstelsel?
  • Het centrale zenuwstelsel bestaat dus uit de hersenen en het ruggenmerg
  • Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit enkel de zenuwen
  • Het (totaal) zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en de zenuwen

  • Ogen, neus, huid, oren, tong, evenwichtszintuig, enz. horen bij het zintuigenstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Het ruggenmerg

Slide 7 - Tekstslide

Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
zenuwen
Grote hersenen
Gevoelszenuwen
Ruggenmerg
Kleine hersenen
Hersenstam

Slide 8 - Sleepvraag

Welke adequate prikkel hoort bij het zintuig?
licht
geluid
geur
druk/tast/warmte/kou/pijn
smaak
oog
oor
huid
neus
tong

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe komt de informatie van je zintuigen in je hersenen?
via de ....

Slide 10 - Open vraag

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 11 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
  • Prikkels zijn veranderingen in je omgeving 

  • Impulsen zijn de signalen binnen zenuwen

Volgende slide - oefenvragen

Slide 12 - Tekstslide

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving
C
een signaal om spieren aan te sturen
D
een signaal dat altijd naar je hersenen gaat

Slide 13 - Quizvraag

Een impuls is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 14 - Quizvraag

Een zintuig is een orgaan dat reageert op alle prikkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Drempelwaarde
Wanneer de prikkel boven de drempelwaarde komt, wordt het een impuls

'Osgar, wil je je kamer opruimen?', komt dus niet boven de drempelwaarde.

Slide 16 - Tekstslide

Een impuls is een invloed van uit het milieu op een organisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een geluidsgolf is een voorbeeld van een prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Tastzintuigen reageren op lichte aanrakingen, warmte en kou.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Drukzintuigen liggen in de oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

In de huid komt maar 1 type zintuig voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving door het maken van impulsen:
A
Hersenen
B
Zenuw
C
Spier
D
Zintuig

Slide 22 - Quizvraag

Hiermee neem je pijn waar:
A
Tastzintuig
B
Drukzintuig
C
Pijnpunten
D
Warmte zintuig

Slide 23 - Quizvraag

Een invloed uit de omgeving op een organisme:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
ruggenmerg

Slide 24 - Quizvraag

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
hersenen

Slide 25 - Quizvraag

Hoe reageren zintuigcellen als ze prikkels opvangen?
A
Je trekt je hand weg doordat het pijn doet.
B
Ze sturen de prikkels door naar je hersenen.
C
Ze maken er impulsen van.

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 28 - Open vraag

Als de hersenen een impuls naar de speekselklieren sturen. Hoe reageert de speekselklier dan?

Slide 29 - Open vraag

Hier volgen een aantal stellingen:
We gebruiken maar 10 procent van ons brein.
Juist
Onjuist

Slide 30 - Poll

Hersenen van mannen en vrouwen verschillen.
Juist
Onjuist

Slide 31 - Poll

Wat ga je nu doen?
De kijkopdracht!

Slide 32 - Tekstslide