Starttaal 2F thema 2 hoofdstuk 4.2 Zakelijke brieven

Welkom, fijn dat je er bent.
Lesdoel: ik kan een zakelijke brief voorbereiden en weet hoe deze ingedeeld wordt. 

Maar eerst... activeren voorkennis. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom, fijn dat je er bent.
Lesdoel: ik kan een zakelijke brief voorbereiden en weet hoe deze ingedeeld wordt. 

Maar eerst... activeren voorkennis. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is formele taal?

Formele taal is taal die je gebruikt in serieuze situaties. Het is een beetje ‘stijf’. Je gebruikt het als je contact hebt met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die belangrijk zijn. Je gedraagt je dan netter en je gebruikt ook wat nettere taal. 
Voor heel formele situaties, zoals een bezoek aan de koning, zijn zelfs protocollen opgesteld: alle stappen zijn van tevoren opgesteld en iedereen moet zich daaraan houden.




Slide 2 - Tekstslide

Wat is informele taal?

Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. Je gebruikt het als je praat met je vader of moeder of als je een berichtje schrijft naar een vriend of een klasgenoot. 
Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.




Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen formele en informele taal?

Slide 4 - Open vraag

Een brief heeft altijd een vaste indeling. Welke onderdelen kan je al benoemen die in een brief staan? Bijvoorbeeld: afzender enz.

Slide 5 - Open vraag

Een zakelijke brief voorbereiden
Je schrijft een zakelijke brief als je een boodschap aan een persoon of instantie moet overbrengen. Met een zakelijke brief kun je bijvoorbeeld informatie vragen of geven, een klacht uiten of een verzoek doen. De toon van een zakelijke brief is formeel. Je verstuurt een zakelijke brief per e-mail of per post.
Voorbeeld
Jasmijn loopt stage bij een grote bedrijf. Ze krijgt een stagevergoeding van € 80,- per maand. Twee klasgenoten lopen stage bij dezelfde bedrijf, maar op een andere afdeling. Jasmijn hoort dat zij voor dezelfde werkzaamheden € 120,- per maand krijgen. Jasmijn vraagt zich af of zij per ongeluk een te lage vergoeding heeft gekregen. Ze schrijft een brief aan de afdeling personeelszaken waarin ze een verzoek doet om uit te zoeken of er misschien een vergissing is gemaakt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Laten we eens kijken naar het volgende voorbeeld. 
Wat is goed aan deze brief? Maakt Jasmijn duidelijk wat ze bedoelt? 
Hoe kan je een inleiding het best beginnen? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lees de e-mail op de volgende dia en geef antwoord op de vragen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vragen
  1. Wat zou Finn met deze e-mail willen bereiken?
  2. Wordt in de e-mail duidelijk wat Finn van meneer Dijkman wil?
  3. Leg jullie antwoord uit.
  4. Vinden jullie dat Finn de informatie bondig heeft opgeschreven?
  5. Leg jullie antwoord uit.



Geef Finn twee tips om zijn e-mail te verbeteren.




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken starttaal 2F
Thema 2
Hoofdstuk 4.2

Slide 15 - Tekstslide