Herhaling §6.1

Herhaling §6.1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling §6.1

Slide 1 - Tekstslide

Je brutoloon is € 3.143 per maand. Aan loonheffing houdt je werkgever daarop de volgende bedragen in:
loonbelasting € 838
premies volksverzekeringen € 257
Bereken hoeveel loonheffing op je brutoloon wordt ingehouden.

Slide 2 - Open vraag

Je brutoloon is € 3.143 per maand. Aan loonheffing houdt je werkgever daarop de volgende bedragen in:
loonbelasting € 838
premies volksverzekeringen € 257
Bereken je nettoloon.

Slide 3 - Open vraag

Je brutoloon is € 3.943 per maand. Aan loonheffing houdt je werkgever daarop 36,5% aan loonbelasting en premies volksverzekeringen in.
Bereken je nettoloon.

Slide 4 - Open vraag

Het huis van Cheryl heeft een WOZ-waarde van € 428.000. Het eigenwoningforfait is 0,45% van de WOZ-waarde.
Bereken het eigenwoningforfait.

Slide 5 - Open vraag

Cheryl heeft een hypotheek van € 415.000, waarover zij 2,7% rente betaalt.
Bereken het bedrag dat zij per jaar aan rente betaalt.

Slide 6 - Open vraag

Sifan verdient € 3.895 per maand. Over haar jaarinkomen ontvangt ze 8% vakantietoeslag.
Bereken het jaarinkomen van Sifan. Rond het bedrag naar beneden af op hele euro’s.

Slide 7 - Open vraag

Sifan heeft een hypotheek van € 298.000 waarover ze 1,95% rente betaalt.
Bereken het bedrag dat zij per jaar aan rente betaalt.

Slide 8 - Open vraag

De WOZ-waarde van haar woning is € 340.000.
Het eigenwoningforfait voor haar woning is 0,45% van de WOZ-waarde.
Bereken het eigenwoningforfait.

Slide 9 - Open vraag

Sifan rijdt in een auto van de zaak met een nieuwwaarde van € 39.500. De bijtelling is 22%.
Bereken het bedrag van de bijtelling.

Slide 10 - Open vraag

Bereken over welk bedrag Sifan in box 1 belasting moet betalen, dus het belastbaar inkomen.
Jaarinkomen: € 50.479
Hypotheekrenten: € 5.811
Eigenwoningforfait € 1.530
Bijtelling van de auto van de zaak: € 8.690

Slide 11 - Open vraag