7.4. Staten in wording, Engeland en Frankrijk

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.4 Staten in wording: Engeland en Frankrijk
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.4 Staten in wording: Engeland en Frankrijk

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier staten in de Middeleeuwen ontstonden.

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen
  • 1. Ik kan uitleggen wat het gevolg van de slag bij Hastings was voor zowel Engeland als Frankrijk.
  • 2. Ik kan voor zowel Engeland als Frankrijk uitleggen hoe de Honderdjarige Oorlog verliep.
  • 3. Ik kan subjectiviteit en objectiviteit onderscheiden.
  • 4. Ik kan het ontstaan van staten en de politiek van centralisatie uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Europa rond het jaar 1000

Slide 5 - Tekstslide

Willem van Normandie
Harold (van Engeland) 

Slide 6 - Tekstslide

Willem van Normandië en de slag bij Hastings
  • 1066 sterft Engelse koning Edward zonder erfgenaam.
  • Engelse koning was een leenman van de Franse koning.

  • Hoogste graaf Harold eist de troon, maar hertog Willem van Normandië is neef van de Engelse koning  en Harold had de eed van trouw gezworen aan Willem.

  • Willem van Normandië valt Engeland binnen en verslaat Harold bij de Slag bij Hastings
  • Willem de veroveraar 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Gebieden van Willem de veroveraar

Slide 13 - Tekstslide

Willem II
  • Willem voerde centralisatie door: hij probeerde alle macht naar zich toe te trekken.

  • Hij nam het gebied van de Engelse edelen en gaf dat aan de Normandische adel.

  • Hij stelde koninklijke rechtbanken in (i.p.v. geestelijke rechtbanken.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 16 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (1)


  • De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Guyenne).
  • Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning
  • Deze wilde het gebied terug hebben. 
  • Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


De Honderdjarige oorlog (2)


  • Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten. 
  • In 1356 werd de Franse koning Jan II zelfs gevangen genomen tijdens de Slag bij Poitiers.
  • Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.

Slide 19 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (3)


  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 20 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne was een dertienjarig Frans meisjeToen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Dit Franse meisje hoorde stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • De Franse koning gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze echter gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij en heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne krijgt een visioen
Jeanne wordt verhoord
Slag bij Orléans
Jeanne op de brandstapel

Slide 23 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 24 - Tekstslide

Europa rond 1500

Slide 25 - Tekstslide



Gevolgen van de oorlog
  • De ontwikkeling van nationalisme: een eigen liefde voor volk en cultuur. 
  • De Engelse koning was de verliezer en raakte veel macht kwijt aan het parlement.
  • De Franse koning kreeg meer macht, de Staten-Generaal hadden juist weinig macht. 
  • Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Centralisatie
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Begrippenlijst
  1. Slag bij Hastings
  2. Staatsvorming
  3. Centralisatie
  4. Honderd jarige oorlog
  5. Nationalisme
  6. Nationale Staat
  7. Nationalisme
  8. Parlement
  9. Staten- Generaal





Slide 28 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 29 - Tekstslide