WIS 1BK H4.1 Getallen en cijfers

WIS 1BK H:4.1 
Getallen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

WIS 1BK H:4.1 
Getallen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- ik kan benoemen wat het verschil tussen cijfers en getallen zijn
- ik kan benoemen wat de waarde is van een cijfer in een getal
- ik kan het verschil tussen gehele- en decimale getallen benoemen
- ik kan de veelvouden van getallen benoemen
- ik kan benoemen wat de delers van getallen zijn
- ik kan het verschil tussen even- en oneven getallen benoemen


Slide 2 - Tekstslide

Getallen

Slide 3 - Woordweb

Verschil cijfers & getal
- cijfers = 
> zijn er maar 10
> 0 / 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / 7 / 8 / 9
- getal = 
> een bepaalde waarde die een cijfer heeft.
> getal zijn vaak combinaties van cijfers
> voorbeeld 13

Slide 4 - Tekstslide

Waarde van cijfers in een getal
- let op waar de komma staat in een getal (verschil tussen helen en decimale getallen)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de waarde van het cijfer 3 in het getal 23.456.789
A
3 000
B
3 000 000
C
300
D
23 000 000

Slide 6 - Quizvraag

Gehele- en decimale getallen
- gehele getallen zijn getallen ZONDER komma
> voorbeeld = 24 / 276 / 30678 enz

- decimale getallen hebben WEL een komma en rechts v/d komma staan dus meer cijfers
> voorbeeld = 3,14 / 12,6 / 345,879 enz

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Veelvouden
- hebben te maken met de tafels (vermenigvuldigen / keer)
- de eerste 4 veelvouden van 6 
zijn: 6 / 12 / 18 / 24
 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de eerste vijf veelvouden van het getal 4?
A
10 / 15 / 20 / 25
B
8 / 12 / 16 / 20 / 24
C
5 / 10 / 15 / 20
D
4 / 8 / 12 / 16 / 20

Slide 10 - Quizvraag

Delers
- hebben te maken met de tafels (delen)
- de delers van 24 zijn = 1 / 2 / 3 / 4 / 6 / 8 / 12 / 24
> let op, dit kan sneller (door setjes te maken / 
te vermenigvuldigen)
1 x 24 = 24 (dus 1 & 24)
2 x 12 = 24 (dus 2 & 12)
3 x 8 = 24 ( dus 3 & 8)
4 x 6 = 24 (dus 4 & 6)


Slide 11 - Tekstslide

Welke getallen zijn delers van 14?
A
1 / 6
B
2 / 6 / 9
C
1 / 14 / 2 / 7
D
4 / 6

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Even & oneven
- even getallen kun je eerlijk delen door 2 (en dan komt er een heel getal uit)
> voorbeeld = 2 / 4 / 6  /8 / 10 / 12 / 14 enz

- oneven getallen kun je niet eerlijk delen door 2 (komt nml een decimaal getal uit)
> voorbeeld = 1 / 3 / 5 / 7  / 9 / 11 / 13 enz

Slide 15 - Tekstslide

Welke getal is EVEN?
A
3
B
9
C
23
D
66

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen bereikt?
- Wat is het verschil tussen cijfers en getallen?
- Welke waarde zitten er in cijfers? 
- Wat is het verschil tussen gehele- en 
decimale getallen?
- Wat zijn veelvouden?
- Wat zijn delers?
- Wat is het verschil tussen even- en 
oneven getallen?


timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide