De Koude Oorlog toepassen

De Koude Oorlog 
Tijdvak tien: Tijd van televisies en computers
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Koude Oorlog 
Tijdvak tien: Tijd van televisies en computers

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer begon de Koude Oorlog?
A
1961
B
1956
C
1989
D
1945

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee landen waren het machtigst na WO2?

Slide 3 - Open vraag

Waarom heet deze periode de Koude Oorlog?

Slide 4 - Open vraag

Leg aan de hand van de afbeelding uit waarom de Koude Oorlog nooit een echte oorlog werd.  

Slide 5 - Tekstslide

Waaraan kun je leden van een jeugdcultuur herkennen?

Slide 6 - Open vraag

Waarom past de zin "Grenzen zijn ook in de handel steeds minder belangrijk" bij het begrip globalisering.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het doel van terrorisme?

Slide 8 - Open vraag

Wat was de reden achter het plaatsen van de Berlijnse muur in 1961 ?

Slide 9 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Waarom was het bijna onmogelijk om uit Oost-Berlijn te vluchten. Benoem bij je antwoord een onderdeel uit de afbeelding. 

Slide 10 - Tekstslide

Na WO2 was Nederland verwoest, welk land hielp Nederland tijdens de wederopbouw?
A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Engeland
D
Sovjet-Unie

Slide 11 - Quizvraag

Waarom was de televisie zo belangrijk voor de ontzuiling?

Slide 12 - Open vraag

In Nederland wonen een groot aantal burgers met Turkse en Marokkaanse afkomst. Hoe komt het dat?

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Leg uit waarom deze afbeelding bij het begrip Marshallhulp past.

Slide 14 - Tekstslide

Welke andere reden was er voor Marshallhulp.

Slide 15 - Open vraag

Waarom ging je als katholiek nooit naar de protestantse bakker? Gebruik in je antwoord het begrip verzuiling.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht: Learnbeat
Wat ? : Je gaat aan de slag met op learnbeat met Tijdvak 10 in zijn geheel.
Hoe ? : Je doet dit zelfstandig 
Tijd? : 25 minuten. 
Hulp? : De docent
Klaar? : geen
Resultaat? : Je hebt tijdvak 10 in zijn geheel af. 






Slide 17 - Tekstslide