3A kader hoofdstuk 2 Lezen - start hoofdstuk woordenschat

Frans | Klas 2
Schrift en lesboek open op tafel en starten met
lezen van jouw tekstboek blz.16
timer
3:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Frans | Klas 2
Schrift en lesboek open op tafel en starten met
lezen van jouw tekstboek blz.16
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig
Hoofdstuk 1 "Lezen"
blz. 28

Lesdoelen:
  1. Je kunt aangeven wat het tekstdoel is.

  2. Je kunt zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Vertaal de volgende zinnen in het Frans.
1.Waar heb je Nicolas ontmoet?
2.Ik heb Nicolas op school ontmoet.
3.Wie is je beste vriend?
Toets
Luister/leestekst +  vocabulaire + grammaire                  

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht maken

Wat? opdrachten bron E

Hoe? zelfstandig (en silence)

Hoelang? 10 min

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb jij onthouden van tekstdoelen en soorten?

Slide 8 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Waarom de tekst is geschreven.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 9 - Quizvraag

Met het tekstdoel instrueren wil de schrijver:
A
De lezer vermaken.
B
Dat de lezer iets doet.
C
De lezer informatie geven.
D
Uitleggen aan de lezer hoe hij iets moet doen.

Slide 10 - Quizvraag

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 13 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste TEKSTDOEL bij deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 14 - Quizvraag

Jij weet nu het verschil tussen
1. Tekstdoel - > 
2. Wat de schrijver hiermee wil bereiken - >
3. Tekstsoort - >

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig
Hoofdstuk 2 "Woordenschat"
blz. 52

Lesdoel
Je kunt formeel taalgebruik herkennen en begrijpen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is formeel taalgebruik?
  1. Welke informatie krijg ik?
  2. Wat wil de schrijver van mij?
  3. Wat moet ik doen?

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 2, blz. 53
  1. Maken:      Opdracht 1 + 2, blz. 53 
  2. Klaar?        Samenvatting tekstdoel maken.
  3. Dan?          Over 20 minuten wordt opdracht 1 + 2 besproken.    
  4. Huiswerk?    - Leren theorie, blz. 38 - 39


timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 1
Formeel             Informeel         Formeel            Informeel
aanvankelijk       eerst                     hetzij                   of
alsmede               en ook                 mits                     als
betreffende         over                      te allen tijde      altijd
bij dezen              hierbij                 teneinde              om
derhalve               daarom              tevens                  ook
gelieve                   wilt u                  thans                     nu

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 2 , 1 + 2
- geplaatst                              ondergebracht 
- geven                                      verschaffen
- gevonden                             aangetroffen
- officieel melden                  aangeven
- opslagplaats                        depot
- punten                                    aspecten
- soort                                         type
- volgens de wet                    rechtmatige

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2 , vervolg
  1. eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- biologie                   leer van het leven
- astrologie                leer van de sterren
- criminologie           leer van misdaden
- technologie           leer van de techniek
- psychologie             leer van de ziel
- chronologie              leer van de tijd

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 2 vervolg
4 – bekende woorddelen: je herkent het woord ‘metaal’
- omschrijving: je kunt uit de tekst opmaken dat het gaat om een apparaat om voorwerpen te zoeken.
- je kunt op de afbeelding zien hoe een metaaldetector er uitziet.
5 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
6 dat je iemand iets te leen geeft, zodat hij het kan gebruiken
7 Dat is balen, hè? (al. 3)
8 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Synoniem; omschrijving; verwijswoord; de ontdekking / gevonden voorwerp / haar).

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb jij onthouden? Even testen met...

https://quizizz.com/admin/quiz/5d8718f11101f1001aa103ba/lezen-2kbl-herhalen-alineas-tussenkopjes-etc

https://quizizz.com/admin/quiz/5bd6d52d0eb0eb0020236105/tekstdoel-en-publiek-h2-lezen-nn-bk-3

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/fd7e40a1-cecc-475e-8394-f6221b0ce3f6

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/745a5dfc-e36f-4d0f-91b7-90a4efa0df54

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/a7445f56-b0b9-4f9e-81b1-8d7e079314d5

https://create.kahoot.it/details/tekstdoelen/91a5f488-15bf-4f7e-9483-2feb160bf8bb

https://create.kahoot.it/details/oefenen-met-tekstdoelen-en-tekstsoorten/c27e4cc7-6934-4a9c-bb7c-a580af9a00c4

Slide 24 - Tekstslide

Toetsen periode 1

1. Leesvaardigheid hoofdstuk 1 + hoofdstuk 2
    Donderdag 17  oktober 2019

2. Proefwerkweek:
                     hoofdstuk 2 + zakelijke brief schrijven

Slide 25 - Tekstslide