Samenvattingsles Havo 5 7 november

Samenvattingsles Havo 5 

Dinsdag 19 november SE toets
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvattingsles Havo 5 

Dinsdag 19 november SE toets

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen
Zorg dat je de begrippen in eigen woorden kan uitleggen.
Maak een mindmap met verbanden 
Gebruik de begrippen in zinnen

Slide 2 - Tekstslide

SUBURBANISATIE

Slide 3 - Tekstslide

Suburbanisatie
Oorzaken van suburbanisatie:

Slide 4 - Tekstslide

urbanisatie en suburbanisatie
Voor 1960: vooral urbanisatie

Na 1960: suburbanisatie

Na 1980: re-urbanisatie

Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Soorten steden?

Slide 6 - Tekstslide

Smart city
Als steden gebruiken maken van moderne informatie-technologie noem je dit een smart city


Slide 7 - Tekstslide

Sustainable city --> duurzaam
Energietransitie
Verduurzamen 
Autoluw

Slide 8 - Tekstslide

Verval en Verhang
Het hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier noem je het verval.

Bij een groot verval stroomt het water sneller dan bij een klein verval.

Je kunt het verval ook per kilometer uitrekenen. Dat noem je het verhang.
Verhang uitrekenen
verval : afstand tussen 2 plekken = verhang m/km

Slide 9 - Tekstslide

Verval & verhang

Verval: hoogteverschil tussen twee plaatsen in de rivier

Verhang: verval per kilometer
(verval / aantal km)

Slide 10 - Tekstslide

Bovenloop
Smalle rivier
Lager debiet
Erosie
Snel stromend
Hoog verval / verhang
Benedenloop
Brede rivier
Hoog debiet
Sedimentatie
Langzaam stromend
Laag verval / verhang
Meanderen

Slide 11 - Tekstslide

Debiet
Dit is de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. Het debiet wordt uitgedrukt in m3 per seconde.
Hoog debiet
Veel relief
Laag debiet
Geen relief

Slide 12 - Tekstslide

Regiem- Schommelingen in de waterafvoer van een rivier tijdens het jaar.

1. Regenrivier (Maas)
  • Onregelmatig regiem
  • Laagste afvoer in de zomer
2. Gletsjerrivier:
  • Vrij regelmatig regiem
  • Laagste afvoer in winter
3. Gemengde rivier (Rijn)
  • Regelmatig regiem

Slide 13 - Tekstslide

Wensen
oefenen met demografie
hfd 2 beleid / commissie
hfd 3 helemaal

Slide 14 - Tekstslide



Wat voor geograaf ben jij?

Slide 15 - Tekstslide

Bronanalyse - stappenplan
  1.  Ga naar de genoemde bron
  2. Waar gaat de bron over? Bedenk voor jezelf wat er te zien is. Kijk naar de titel, de kleuren, de legenda, de tekst bij de cartoon. Let op getallen, % etc.!
  3. Tekstbron: lees de tekst door
  4. Onderstreep eventueel belangrijke onderdelen. Als de bron over een bepaald land of gebied gaat kun je ook de atlas pakken om de ligging te bepalen.
  5. Interpretatie; waar gaat de bron over, zie je bepaalde patronen, koppeling met de lesstof

Slide 16 - Tekstslide

Vraaganalyse - stappenplan (1)
  1.  Lees eerst de hele opgave door en de bronnenDan heb je al een globaal beeld waar de opgave over gaat en wat er van je gevraagd wordt. Het voorkomt dat je te impulsief en onvolledig antwoordt.
  2. Lees dan de 'Kop van de vraag' van de eerste vraag. Deze bevat vaak informatie ter inleiding van het probleem. Daarmee word je ‘op het spoor gezet’. Let op begrippen, tegenstellingen, specifieke omstandigheden etc.
  3. Onderstreep belangrijk elementen en probeer deze te koppelen aan je kennis over het onderwerp.
  4. Lees dan de vraagzin. Hierin staat aangegeven wat er van je verwacht wordt. Het belangrijkste zijn de signaalwoorden. Dat zijn aanwijzingen voor het beantwoorden van de vraag

Slide 17 - Tekstslide

Vraaganalyse - stappenplan (2)
  • Twee soorten signaalwoorden
  1. Eisen van het antwoord; denk hierbij aan woorden als: beschrijf, geef aan/benoem, leg uit, verklaar, beredeneer, beargumenteer en beoordeel
  2. Inhoudelijk; richting geven aan het antwoord. Demografisch, sociaal-cultureel, politiek, fysisch, situatiebeschrijving en gebiedskenmerken

  • Leer goed op schaalniveau's en dimensies
  • Leer goed de basisbegrippen als sociaal / regionale ongelijkheid, centrum/periferie/semi-periferie

-> onderstreep de signaalwoorden en koppel aan je eigen kennis

Slide 18 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (1)
  1.  Kijk naar de eisen van het antwoord (signaalwoorden). 

  • Geef / benoem (oorzaken, redenen, voorbeelden etc). Dit kunnen korte antwoorden zijn. Let op de punten, vaak krijg je 1 punt per antwoord
  • Leg uit / verklaar. Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten. Vaak oorzaak en gevolg

Slide 19 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (2)
Kijk naar de eisen van het antwoord (signaalwoorden)


  • Beredeneer
Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten, vaak krijg je per stap 1 punt. 
Vaak is de situatie uit de vraag/bron/atlas en het gevolg van de situatie.

  • Beschrijf
Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten. 1 punt per stap

Slide 20 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (3)
2. Begin je antwoord met een deel uit de vraag of eindig hiermee.
De eerste reden is ... en de tweede reden is....
De oorzaak voor ontbossing is .... en het gevolg is ....
Of je zet van te voren streepjes (antwoord net als de volgorde in de vraag) of schrijft oorzaak: / gevolg:

3.Geef niet meer antwoord dan nodig
Geef niet meer redenen, voorbeelden dan gevraagd.
Geef elke reden die je schrijft een nummer

->Op het examen wordt alleen het gevraagde aantal nagekeken

Slide 21 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (4)
4. Schrijf naar de volgorde van de vraag
b.v geef een economische en politieke reden. Neem deze volgorde dan ook over in je antwoord. Of geef duidelijk aan dat je eerst een politieke reden noemt door politiek: op te schrijven. Doe je dit niet dan kijken we na in de volgorde van de vraag. Beginnen met politiek en dit niet goed aangeven is fout.


Slide 22 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (5)
5. Gebruik de bronnen / kaarten in je antwoord
Bijvoorbeeld op kaart 33 is te zien dat.... Eerst goed beschrijven van wat je op de bron/kaart zien, dit levert vaak al een puntje op.
Gebruik de door jou in de stof geleerde begrippen / theorieën zeker bij vragen als verklaar of leg uit.

6. Leg een begrip kort uit of gebruik begrippen in je antwoord
Als uit je antwoord blijkt dat wat in een vraag genoemd begrip betekend levert dit al vaak een punt op. Gebruik de door jou in de stof geleerde begrippen / theorieën zeker bij vragen als verklaar of leg uit.

Slide 23 - Tekstslide

Formuleren - stappenplan (6)
7. Schrijf duidelijk en in correcte zinnen
Wees concreet en voorkom onduidelijke, vage antwoorden:
Er is een ontwikkeling te zien -> De afgelopen jaren is het BNP..
Ze zijn -> De arbeiders uit de mijnen..
De ITCZ is verschoven -> In juli ligt de ITCZ ten noorden van..

8. Wees geografisch correct
Gebruik geen termen als zomer en winter maar benoem de maanden. Denk hierbij om verschil tussen NH en ZH! Benoem dit ook. 
Links van Amsterdam ligt een zee -> ten westen van Amsterdam ligt de Noordzee

Slide 24 - Tekstslide

Dinsdag 12 november
- uitleg hfd 2 -> vragen
- uitleg hfd 3 -> vragen 
- overige vragen

- oefenen examenopgaven

Slide 25 - Tekstslide

Check Wonen in Nederland havo  

Slide 26 - Tekstslide

RONDE 1
3-6-9

Slide 27 - Tekstslide

7
4
5
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Welk begrip gebruiken we voor de hoeveelheid water die door de rivier stroomt?  
1961
1
timer
0:10

Slide 28 - Tekstslide

7
4
5
1
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Hoe noemen we 'nieuwe' beleid van het beheer van de grote rivieren? 
Stalin
2
timer
0:10

Slide 29 - Tekstslide

6
7
4
5
1
2
communistisch
3
14
13
8
10
11
9
12
15
Hoe heet het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk? 
timer
0:10

Slide 30 - Tekstslide

5
7
Checkpoint Charlie
4
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat is de grootste rivier van Nederland als het gaat om het debiet?  
timer
0:10

Slide 31 - Tekstslide

7
4
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
In welk deel van de rivier is de sedimentatie het grootst? 
Varkensbaai
5
timer
0:10

Slide 32 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
11
9
12
15
Welk begrip gebruiken we voor het opwaartse waterstromen in de bodem?
Ronald Reagan
6
timer
0:10

Slide 33 - Tekstslide

8
IJzeren Gordijn
7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Hoe noemen we de grens tussen twee stroomgebieden?
timer
0:10

Slide 34 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Wat is het verzamelbegrip voor dammen, dijken en stormvloedkeringen? 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 35 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Hoe noemen we een tijdelijke hoge waterafvoer van een rivier in een jaar? 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 36 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Welk begrip gebruiken we voor een beweegbare dam om de waterafvoer te beïnvloeden. 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 37 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Welke rivier heeft een onregelmatiger regiem, de Rijn of de Maas? 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 38 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Welke drie 'trappen' heeft de drietrapsstrategie in het waterbeheer. 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 39 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Hoe noemen we de samenwerking tussen de overheid en bedrijven? 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 40 - Tekstslide

7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Welke belangrijke functie heeft de IJssel voor Nederland? 
Winston Churchill
8
timer
0:10

Slide 41 - Tekstslide

Antwoorden eerste ronde. 
1
Debiet
6
Kwel
11
Maas
2
Ruimte voor de Rivier
7
Waterscheiding
12
Vasthouden, bergen, afvoeren
3
Uiterwaard
8
Waterkering
13
Publiek-private-samenwerking
4
Waal
9
Piekafvoer
14
Drinkwater voor in het IJsselmeer 
5
Benedenloop
10
Stuw
15

Slide 42 - Tekstslide

De puzzelronde
Maak 3 groepjes van 3 begrippen die bij elkaar horen. 

Slide 43 - Tekstslide


Verhang

Winterdijk

Waterafvoer

m3/s

Hoogteverschil per km.

Zomerdijk

Debiet

Uiterwaard

Stroom-snelheid
1

Slide 44 - Tekstslide


Nevengeul

Debiet

Hoogwatergeul

Obstakel-verwijdering

Ontbossing

Verstening

Kanalisatie

Regiem

Verhang
3

Slide 45 - Tekstslide

ronde 3 
Wat weet je van.... . Noem steeds 4 dingen

Slide 46 - Tekstslide

1. Wat weet je van... kribben?
Ste
stenen dammetjes loodrecht op de stroomrichting

Gaan meanderen tegen
bescherming oever
houdt de vaargeul op diepte

Slide 47 - Tekstslide

2. Welke maatregelen worden genoemd binnen het beleid van "Ruimte voor de rivier"? 
Nevengeul
Uiterwaardvergraving
Dijkverplaatsing
Kribverlaging

Slide 48 - Tekstslide

3. Welke processen verkorten de vertragingstijd?  
ontbossing

verstening/verharding landoppervlak
Kanalisatie
.... 

Slide 49 - Tekstslide

3.Wat weet je van... krimpregio's 
vergrijzing

afname voorzieningen
Limburg, Groningen, Zeeland
Sloop en herbouw

Slide 50 - Tekstslide

4. Wat weet je van... gentrificatie?
op
opleven, verbetering van wijken
vaak in gang gezet door jonge 'starters''
vaak bij oude wijken bij de binnenstad
vaak oude, karakteristieke woningen

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide