V31 lesson theme 1 E

Welcome!
Keep phone for the start.

Today: 
Homework check
Short yes/no answers


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Keep phone for the start.

Today: 
Homework check
Short yes/no answers


Slide 1 - Tekstslide

Go to lessonup
Become part of class with classcode:
fubjd

Slide 2 - Tekstslide

Fill in the row (3 answers, with a space between them) for: rijden (auto)

Slide 3 - Open vraag

Fill in the row (3 answers, with a space between them) for: vinden

Slide 4 - Open vraag

Fill in the row (3 answers, with a space between them) for: verbieden

Slide 5 - Open vraag

Vertaal: bouncer

Slide 6 - Open vraag

Vertaal: have a blast

Slide 7 - Open vraag

Vertaal: locatie
(tip: het is niet "location")

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: verwachting
(tip: het is niet "pregnant")

Slide 9 - Open vraag

Make this sentence into a question:
Liam loves gaming. (Mind: interpunction.,:? and capital letters!)

Slide 10 - Open vraag

Maak een short answer met ja:
Can we fix it?

Slide 11 - Open vraag

Maak een short answer met ja:
Did you help him?

Slide 12 - Open vraag

Hulpww
 Hulpwerkwoorden heb je nodig om te zeggen wat je kunt, wilt, moet en mag. Ook zijn ze nodig voor het stellen van vragen. Je kunt er ook een toon mee zetten; dwingend of beleefd.

De hulpwerkwoorden (modals) zijn:  can, could, will, would, shall, should, ought to, may, might en must. Daar kun je in gebruik to dohave got en to be aan toevoegen. Een hulpwerkwoord zelf doet niet zoveel, je hebt er altijd een hoofdwerkwoord bij nodig.

Slide 13 - Tekstslide

next
now: video, take notes about short answers

Followed by: check questions in lessonup

Slide 14 - Tekstslide

Short yes/no answer

Je begint met yes/no,

Vervolgens herhaal je het onderwerp en het hulpwerkwoord uit de vraag en gebruik je deze in jouw antwoord.


Would  you like to go to the cinema?
> Yes, I would
> No, I wouldn't.
> voeg not toe aan het werkwoord!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Give the short answer:
Does Peter like going to the beach? No, ...
A
Peter does
B
Peter doesn't
C
he does
D
he doesn't

Slide 17 - Quizvraag

Give the correct short answer
Can they come over today ? (+)
A
yes, they come
B
yes, they can
C
yes, they can come
D
yes, they can't

Slide 18 - Quizvraag

Give the correct short answer
Are you his wife ? (-)
A
No, you aren't
B
No, I are not
C
No, I am't
D
No, I am not

Slide 19 - Quizvraag

Finish the short answer:
Have you got the homework?
A
Yes, you don't.
B
Yes, I have.
C
No, I haven't.
D
No, you haven't.

Slide 20 - Quizvraag

Maak nu zelf een "short answer".
Is he a great swimmer? +

Slide 21 - Open vraag

Homework
Do exercises 9, 10, 12, 13, 14
Study Vocab A - D

Slide 22 - Tekstslide