VWO2 redekundig ontleden1

te doen:
  • test GG taken 16 t/m 20
  • uitleg neven- en onderschikking
  • nakijken huiswerk
  • maken: blz. 152/153 opdr. 2 en 3
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

te doen:
  • test GG taken 16 t/m 20
  • uitleg neven- en onderschikking
  • nakijken huiswerk
  • maken: blz. 152/153 opdr. 2 en 3
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

goed gebekt herhalingstaak 7
  • Schrijf alleen de antwoorden op.
  • Overgeslagen vragen zoek je op in je andere taken en beantwoord je met een andere kleur.

Klaar? Pak een werkboekje, lees hoofdstukken 1, 2 en 3
Maak oefenblad 2

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

antwoorden GG
A
1h, 2a, 3g, 4e, 5j, 6d, 7i, 8c, 9b, 10f
B
1j, 2e, 3f, 4c, 5a, 6i, 7b, 8g, 9d, 10h
C
1c, 2d, 3a, 4j, 5g, 6b, 7i, 8f, 9e, 10h
Vragen die je nog fout had, schrijf je voor volgende week over.

Slide 3 - Tekstslide

hoofdzinnen en bijzinnen
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.
hoofdzinnen
Twee losse zinnen zijn aan elkaar 'geplakt' met woorden als:
en, dus, maar, of, want.
In de twee hoofdzinnen staan de pv en het ond. altijd naast elkaar.
Voorbeeld: Hij heeft veel huiswerk, dus hij gaat direct aan de slag.
bijzinnen
Twee zinnen aan elkaar 'geplakt', waarvan 1 zin de hoofdzin is en de andere zin de bijzin is.
De bijzin begint met woorden als:
aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, ....
De pv en het ond. staan NIET naast elkaar.
Voorbeeld: Hij heeft veel huiswerk, terwijl hij maar weinig tijd heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzin, bijzin
hoofdzin, hoofdzin
bijzin, hoofdzin
Hij heeft zijn fiets gepoetst, nadat hij in het bos was wezen crossen.
Terwijl zij de kamer stofzuigde, lapte hij de ramen.
Zij vierden feest, maar ze dachten niet aan de buren.

Slide 5 - Sleepvraag

nevenschikking en onderschikking
nevenschikking
Bij twee hoofdzinnen is er sprake van een nevenschikking.
onderschikking
Als één van de twee zinsstukken een bijzin is, is dit een onderschikking.
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

te doen:
  • nakijken: werkblad koude kroketten
  • maken: blz. 152/153 opdr. 2 en 3

Klaar? lees hoofdstuk 4 van het werkboekje
maak oefenblad 2 af.
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 7 - Tekstslide

te doen:
  • nakijken: werkblad koude kroketten
  • maken: blz. 152/153 opdr. 2 en 3

Klaar? lees hoofdstuk 4 van het werkboekje
maak oefenblad 2.
Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 8 - Tekstslide

huiswerk dinsdag 19 feb: 
leren: theorie werkboekje H1 t/m 4
maken: opdr. 2 en 3 van blz. 152
maken: oefenblad 2
leren GG t 16 t/m 20

huiswerk vrijdag 22 feb:
iedereen: leren taken 11 t/m 20

huiswerk dinsdag 26 feb:
toets goed gebekt taken 11 t/m 20

Noteren:

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel: je weet wat hoofd - en bijzinnen zijn en wat neven- en onderschikking zijn en je kunt deze in samengestelde zinnen benoemen.

Slide 10 - Tekstslide