DE VOORZETSELS

Voorzetsels 
preposities
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Buitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorzetsels 
preposities

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Vandaag leer je de voorzetsels in het Nederlands.

Maar eerst....

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het met jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Hoe was het weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Tekstslide

Simon zegt.............
We gaan het spelletje 'Simon zegt' spelen met de voorzetsels. 
LINKS
RECHTS
NAAR VOOR
NAAR ACHTER

Slide 6 - Tekstslide

De bal is voor de doos.

Slide 7 - Tekstslide

De bal is achter de doos.

Slide 8 - Tekstslide

De bal is op de doos.

Slide 9 - Tekstslide

De bal is onder de doos.

Slide 10 - Tekstslide

De bal is naast de doos.

Slide 11 - Tekstslide

De bal is in de doos.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar is de bal?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Sleepvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is in de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is achter de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 16 - Quizvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is in de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is achter de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 17 - Quizvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is in de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is achter de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 18 - Quizvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is in de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is achter de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 19 - Quizvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is onder de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is op de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 20 - Quizvraag

Waar is de bal?
A= B=

C= D=
A
De bal is onder de doos
B
De bal is voor de doos
C
De bal is op de doos
D
De bal is naast de doos

Slide 21 - Quizvraag

De vogel zit voor de doos.
De vogel zit naast de doos.
De vogel zit achter de doos.
De vogel zit onder de doos.
De vogel zit boven de doos.
De vogel zit tussen de dozen.

Slide 22 - Sleepvraag

De vogel zit in de doos.
De vogel zit buiten de doos. 
De vogel is uit de doos.
De vogel zit op de doos.
De vogel zit binnen in de doos.

Slide 23 - Sleepvraag