4.4 Revolutie in Nederland


4.4 Revolutie in Nederland
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


4.4 Revolutie in Nederland
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

Slide 1 - Tekstslide

10. Welke uitspraak kan afkomstig zijn van een verlichtingsdenker?
A
De schepping is mysterieus en het is niet aan de mens om te proberen die te doorgronden.
B
God heeft de wereld geschapen en bemoeit zich sindsdien niet meer met de wereld.
C
God laat regelmatig zijn macht zien door wonderen te verrichten.
D
Wonderbaarlijke gebeurtenissen zijn het werk van de duivel.

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 3 - Sleepvraag

3 Wat waren de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven, broerschap
B
vrij hebben, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, wijsheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid, broederschap

Slide 4 - Quizvraag

4 Wat was het doel van de Franse revolutie?
A
meer macht voor het volk
B
meer macht voor de koning
C
meer macht voor de adel
D
meer macht voor de geestelijkheid

Slide 5 - Quizvraag

Zet in chronologische volgorde
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen
Rousseau schrijft dat het volk meer macht zou moeten hebben
Bestorming van de Bastille
Onthoofding van Lodewijk XVI
Robespierre aan de macht 
nationale vergadering wordt opgericht

Slide 6 - Sleepvraag

20.Door welke gebeurtenis in 1799 kwam er een eind aan de Franse Revolutie?
A
Dood van Lodewijk XVI.
B
Napoleon kwam aan de macht.
C
Afschaffing van de standenmaatschappij.
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 7 - Quizvraag


19.Waar heeft de Franse revolutie NIET voor gezorgd?
A
Invoering grondwet
B
Adel en kerk verloren voorrechten
C
Minder macht bij vorsten
D
Standensamenleving ontstond

Slide 8 - Quizvraag

Napoleon nam verschillende maatregelen toen de Fransen de leiding hadden in ons land. Twee van die maatregelen staan hieronder.
A
De rechtspraak mocht niet langer openbaar zijn. Voortaan vonden rechtszaken achter gesloten deuren plaats.
B
De burgerlijke stand werd ingevoerd, waardoor de overheid meer kennis had van de persoonsgegevens van de bevolking.
C
De wetten waren niet langer in het hele land hetzelfde. Voortaan mocht iedere stad eigen wetten maken.
D
Iedereen moest voortaan dezelfde maten en gewichten gaan gebruiken, zoals de meter, de kilo. Hierdoor werd de handel duidelijker en eenvoudiger.

Slide 9 - Quizvraag


A
In deze roerige tijden kon een man als Napoleon, met grote macht over het leger, de macht grijpen.
B
Als gevolg van de verlichte denkbeelden gingen mensen zich verzetten tegen de oude standenmaatschappij en brak tenslotte de Franse Revolutie uit.
C
Door filosofen als John Locke en Voltaire werd het volk opgeroepen om in opstand te komen tegen het verlichte absolutisme.
D
Veel vorsten namen de ideeën van de Verlichting over zodat er een overgang kwam naar de vroegmoderne tijd.

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
aan het eind van de les:
  • weet je wie de patriotten zijn en waarom ze in opstand kwamen tegen de stadhouder
  • weet je hoe de Bataafse Republiek werd bestuurd
  • weet je welke invloed Napoleon heeft gehad op Nederland

Slide 11 - Tekstslide

Over 'Revolutie in Nederland' leer je:
  • Waarom en hoe de patriotten in opstand kwamen;

  • Welke politieke veranderingen plaatsvonden vanaf 1795;

  • Welke invloed de Fransen hadden in Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) 

Op 12 december 1780 verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan de Republiek

Reden: De Nederlanders leverden wapens aan de Amerikaanse opstandelingen (tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog)

Slide 13 - Tekstslide

Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) 

Waren in de vorige zeeoorlogen nog wel overwinningen behaald door de Nederlandse vloot, in deze oorlog werd de Nederlandse vloot verpletterend verslagen.

Er volgde een zware 'economische blokkade' van de Republiek
De vraag rees: Wie moest hier de schuld van krijgen?

Slide 14 - Tekstslide

De patriotten
Er ontstond een beweging van democraten die de schuld gaven aan de stadhouder en de regenten.

Het volk had niets te zeggen!

Slide 15 - Tekstslide

Wat waren regenten ook alweer?
A
Leiders van het leger
B
Leiders van de Nederlandse vloot
C
Afstammelingen van koning Filips II
D
Bestuurders van steden en gewesten

Slide 16 - Quizvraag

Waarom krijgen de regenten zo veel kritiek?
A
Ze doen niet wat ze aan het volk beloven
B
Ze feesten veel te veel
C
Regenten zijn ouderwets
D
Ze hebben al het geld en de macht

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de rol van 'de stadhouder' in de Republiek na 1581 ook alweer?
A
De baas van alle Nederlandse steden
B
Hoogste regent in dienst van de gewesten, o.a. opperbevelhebber
C
De koning
D
De plaatsvervanger van de koning

Slide 18 - Quizvraag

De patriotten
Zij die de schuld van de nederlaag gaven aan de stadhouder en regenten noemende zichzelf de 'patriotten'.

Zij waren 'ware vaderlanders' 

Bewonderaars van de Amerikaanse Revolutie en aanhangers van de verlichting : vrijheid, gelijkheid en democratie!

Slide 19 - Tekstslide

Joan Derk van der Capellen tot den Pol
Een van de leiders van de patriotten was Joan Derk van der Capellen tot den Pol

In 1781 schreef hij het pamflet ’Aan het volk van Nederland’

Slide 20 - Tekstslide

1781: ’Aan het volk van Nederland’
Dit  was een oproep tot opstand tegen de Oranjes (in het bijzonder stadhouder Willem V)
Dit waren 'heerszuchtige lieden' die het volks als 'erfelijk eigendom' behandelde.

Slide 21 - Tekstslide

Stadhouder Willem V zou zich als koning gedragen. Waarom is dit een probleem?
A
Officieel was hij alleen ambtenaar
B
Eigenlijk was zijn broer koning
C
Dit ging tegen het protestantse geloof in
D
Een koning kostte te veel geld

Slide 22 - Quizvraag

1781: ’Aan het volk van Nederland’

Volgens Van der Capellen was de bevolking de echte eigenaar van het land, zij moest bepalen door wie en hoe ze geregeerd werden

Slide 23 - Tekstslide

Door welke revolutie zal Joan Derk van der Capellen tot den Pol vooral geïnspireerd zijn?
A
De Franse Revolutie
B
De Bataafse Revolutie
C
De Amerikaanse Revolutie
D
De Nederlandse Opstand

Slide 24 - Quizvraag

1781: ’Aan het volk van Nederland’

Verwijzing naar de Batavieren, de Germaanse stam in onze gebieden ten tijde van het Romeinse rijk

Bij hen was iedereen gelijk...

Slide 25 - Tekstslide

De patriotten
Veel burgers sloten zich aan bij de patriotten

Zij waren tegen de regenten en stadhouder. Zij verdeelden namelijk alle (belangrijke) baantjes en hadden allerlei voorrechten (privileges) 

Slide 26 - Tekstslide

Patriotten zijn...
A
Mensen die een koning steunen
B
Mensen die kritiek hadden op de stadhouder en regenten.
C
De Fransen die in Nederland woonden
D
Mensen die de stadhouder en regenten steunden.

Slide 27 - Quizvraag


De patriotten vonden het niet goed dat de stadhouder zoveel macht had. Zij vonden dat het volk het voor het zeggen moest hebben. En dan niet alleen de regenten, maar het héle volk. Met wie kun je de patriotten daarom wel vergelijken? Kies het juiste antwoord.
A
Met de Franse koning, want hij wilde ook dat het volk meer macht kreeg.
B
Met de Franse derde stand, die in opstand kwam om meer macht te krijgen.
C
Met de edelen uit de middeleeuwen.
D
Met de Franse edelen, die tegen het absolutisme waren.

Slide 28 - Quizvraag

Vrijkorpsen
Patriotten gingen vrijkorpsen vormen. Dit waren groepen gewapende burgers.

 In 1786 werden regenten uit een aantal steden weggejaagd. 

Er waren gevechten in Utrecht en Gelderland tussen vrijkorpsen en troepen van de stadhouder Willem V.

Slide 29 - Tekstslide

Stadhouder Willem V
Prinses Wilhelmina van Pruisen

Slide 30 - Tekstslide

Stadhouder Willem V
De stadhouder had zijn 'zetel' in Den Haag, maar wegens  onveiligheid en afgepakte rechten vluchtte hij met zijn vrouw naar Nijmegen (dichterbij Pruisen).


Slide 31 - Tekstslide

Vrijheidsbomen

Slide 32 - Tekstslide

Politieke veranderingen vanaf 1795
Januari 1795: Bataafs legioen trok samen met een Frans leger de Republiek binnen.

Dit is de start van de Bataafse Revolutie
Mede door de strenge winter kon het leger snel de rivieren oversteken en de legers van de Republiek en bondgenoten verslaan.

Slide 33 - Tekstslide

De Bataafse Republiek (1795-1806)
Wat was nieuw?
  • Democratische Revolutie
  • Algemeen kiesrecht
  • Centrale overheid (regering) -> eenheidsstaat
  • Landelijke belasting
  • Openbare scholen
  • postdienst


De Bataafse Republiek was echter niet van lange duur....

Slide 34 - Tekstslide

wat is een gevolg van het pamflet
‘Aan het volk van Nederland’?
A
het uitbreken van de Franse Revolutie
B
Stichting Bataafse Republiek
C
Napoleon wordt de keizer van Frankrijk
D
Amerikaanse onafhankelijkheid oorlog

Slide 35 - Quizvraag

Deze vraag gaat over de Bataafse Revolutie in Nederland.

Wat veranderde bij de Bataafse Revolutie in 1795?
A
Er werd een parlement (de Nationale Vergadering) gekozen
B
Willem V vluchtte naar Frankrijk
C
Patriotten keerden terug in Nederland met het Pruisisch leger
D
Patriotten riepen de Bataafse monarchie uit.

Slide 36 - Quizvraag

Lodewijk Napoleon
  • Napoleon de Bonaparte wordt moe van de Nederlandse patriotten
  • Hij besluit zijn broer, Lodewijk Napoleon koning te maken
  • "konijn van 'olland"
  • Hij was eigenlijk een te goede koning voor Nederlanders

Slide 37 - Tekstslide

Franse tijd (1795-1813)
Na 18 jaar Franse invloed maken we de balans op:
Nederland sterk onder de invloed van de Fransen , veel vernieuwingen uit de verlichting :
  • Invoering van het metriek stelsel
  • Militaire dienstplicht
  • Burgerlijk wetboek
  • Invoering van de burgerlijke stand 


Slide 38 - Tekstslide

Wat houdt een constitutionele monarchie in voor de koning?
A
De koning mag wetten opstellen.
B
De koning moet zich houden aan de grondwet
C
De koning heeft de macht
D
Het volk heeft de macht.

Slide 39 - Quizvraag


Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land 
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 40 - Quizvraag

Wat veranderde er in de Bataafse Revolutie van 1795 NIET?
A
De Staten-Generaal hief zichzelf op
B
Er werd een verklaring van de rechten van de mens afgekondigd
C
Rijke burgers droegen hun macht over aan regenten
D
Willem V vluchtte naar Engeland

Slide 41 - Quizvraag