4.4 Revolutie in Nederland


4.4 Revolutie in Nederland
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


4.4 Revolutie in Nederland
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen Lodewijk XVI en Napoleon?
A
Lodewijk XVI was de machtigste man van Frankrijk
B
Napoleon was opperbevelhebber van het leger
C
Lodewijk XVI was wel getrouwd
D
Napoleon moest zich aan de grondwet houden

Slide 3 - Quizvraag

Napoleon nam verschillende maatregelen toen de Fransen de leiding hadden in ons land. Twee van die maatregelen staan hieronder.
A
De rechtspraak mocht niet langer openbaar zijn. Voortaan vonden rechtszaken achter gesloten deuren plaats.
B
De burgerlijke stand werd ingevoerd, waardoor de overheid meer kennis had van de persoonsgegevens van de bevolking.
C
De wetten waren niet langer in het hele land hetzelfde. Voortaan mocht iedere stad eigen wetten maken.
D
Iedereen moest voortaan dezelfde maten en gewichten gaan gebruiken, zoals de meter, de kilo. Hierdoor werd de handel duidelijker en eenvoudiger.

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
aan het eind van de les:
  • weet je wie de patriotten zijn en waarom ze in opstand kwamen tegen de stadhouder
  • weet je hoe de Bataafse Republiek werd bestuurd
  • weet je welke invloed Napoleon heeft gehad op Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Over 'Revolutie in Nederland' leer je:
  • Waarom en hoe de patriotten in opstand kwamen;

  • Welke politieke veranderingen plaatsvonden vanaf 1795;

  • Welke invloed de Fransen hadden in Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) 

Op 12 december 1780 verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan de Republiek

Reden: De Nederlanders leverden wapens aan de Amerikaanse opstandelingen (tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog)

Slide 7 - Tekstslide

Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) 

Waren in de vorige zeeoorlogen nog wel overwinningen behaald door de Nederlandse vloot, in deze oorlog werd de Nederlandse vloot verpletterend verslagen.

Er volgde een zware 'economische blokkade' van de Republiek
De vraag rees: Wie moest hier de schuld van krijgen?

Slide 8 - Tekstslide

De patriotten
Er ontstond een beweging van democraten die de schuld gaven aan de stadhouder en de regenten.

Het volk had niets te zeggen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat waren regenten ook alweer?
A
Leiders van het leger
B
Leiders van de Nederlandse vloot
C
Afstammelingen van koning Filips II
D
Bestuurders van steden en gewesten

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de rol van 'de stadhouder' in de Republiek na 1581 ook alweer?
A
De baas van alle Nederlandse steden
B
Hoogste regent in dienst van de gewesten, o.a. opperbevelhebber
C
De koning
D
De plaatsvervanger van de koning

Slide 11 - Quizvraag

De patriotten
Zij die de schuld van de nederlaag gaven aan de stadhouder en regenten noemende zichzelf de 'patriotten'.

Zij waren 'ware vaderlanders' 

Bewonderaars van de Amerikaanse Revolutie en aanhangers van de verlichting : vrijheid, gelijkheid en democratie!

Slide 12 - Tekstslide

Joan Derk van der Capellen tot den Pol
Een van de leiders van de patriotten was Joan Derk van der Capellen tot den Pol

In 1781 schreef hij het pamflet ’Aan het volk van Nederland’

Slide 13 - Tekstslide

1781: ’Aan het volk van Nederland’
Dit  was een oproep tot opstand tegen de Oranjes (in het bijzonder stadhouder Willem V)
Dit waren 'heerszuchtige lieden' die het volks als 'erfelijk eigendom' behandelde.

Slide 14 - Tekstslide

1781: ’Aan het volk van Nederland’

Volgens Van der Capellen was de bevolking de echte eigenaar van het land, zij moest bepalen door wie en hoe ze geregeerd werden

Slide 15 - Tekstslide

Door welke revolutie zal Joan Derk van der Capellen tot den Pol vooral geïnspireerd zijn?
A
De Franse Revolutie
B
De Bataafse Revolutie
C
De Amerikaanse Revolutie
D
De Nederlandse Opstand

Slide 16 - Quizvraag

1781: ’Aan het volk van Nederland’

Verwijzing naar de Batavieren, de Germaanse stam in onze gebieden ten tijde van het Romeinse rijk

Bij hen was iedereen gelijk...

Slide 17 - Tekstslide

De patriotten
Veel burgers sloten zich aan bij de patriotten

Zij waren tegen de regenten en stadhouder. Zij verdeelden namelijk alle (belangrijke) baantjes en hadden allerlei voorrechten (privileges) 

Slide 18 - Tekstslide

Vrijkorpsen
Patriotten gingen vrijkorpsen vormen. Dit waren groepen gewapende burgers.

 In 1786 werden regenten uit een aantal steden weggejaagd. 

Er waren gevechten in Utrecht en Gelderland tussen vrijkorpsen en troepen van de stadhouder Willem V.

Slide 19 - Tekstslide

Stadhouder Willem V
Prinses Wilhelmina van Pruisen

Slide 20 - Tekstslide

Stadhouder Willem V
De stadhouder had zijn 'zetel' in Den Haag, maar wegens  onveiligheid en afgepakte rechten vluchtte hij met zijn vrouw naar Nijmegen (dichterbij Pruisen).


Slide 21 - Tekstslide

Vrijheidsbomen

Slide 22 - Tekstslide

Politieke veranderingen vanaf 1795
Januari 1795: Bataafs legioen trok samen met een Frans leger de Republiek binnen.

Dit is de start van de Bataafse Revolutie
Mede door de strenge winter kon het leger snel de rivieren oversteken en de legers van de Republiek en bondgenoten verslaan.

Slide 23 - Tekstslide

De Bataafse Republiek (1795-1806)
Wat was nieuw?
  • Democratische Revolutie
  • Algemeen kiesrecht
  • Centrale overheid (regering) -> eenheidsstaat
  • Landelijke belasting
  • Openbare scholen
  • postdienst


De Bataafse Republiek was echter niet van lange duur....

Slide 24 - Tekstslide

Lodewijk Napoleon
  • Napoleon de Bonaparte wordt moe van de Nederlandse patriotten
  • Hij besluit zijn broer, Lodewijk Napoleon koning te maken
  • "konijn van 'olland"
  • Hij was eigenlijk een te goede koning voor Nederlanders

Slide 25 - Tekstslide

Franse tijd (1795-1813)
Na 18 jaar Franse invloed maken we de balans op:
Nederland sterk onder de invloed van de Fransen , veel vernieuwingen uit de verlichting :
  • Invoering van het metriek stelsel
  • Militaire dienstplicht
  • Burgerlijk wetboek
  • Invoering van de burgerlijke stand 


Slide 26 - Tekstslide

3 Wat waren de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven, broerschap
B
vrij hebben, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, wijsheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid, broederschap

Slide 27 - Quizvraag

4 Wat was het doel van de Franse revolutie?
A
meer macht voor het volk
B
meer macht voor de koning
C
meer macht voor de adel
D
meer macht voor de geestelijkheid

Slide 28 - Quizvraag

10. Welke uitspraak kan afkomstig zijn van een verlichtingsdenker?
A
De schepping is mysterieus en het is niet aan de mens om te proberen die te doorgronden.
B
God heeft de wereld geschapen en bemoeit zich sindsdien niet meer met de wereld.
C
God laat regelmatig zijn macht zien door wonderen te verrichten.
D
Wonderbaarlijke gebeurtenissen zijn het werk van de duivel.

Slide 29 - Quizvraag

20.Door welke gebeurtenis in 1799 kwam er een eind aan de Franse Revolutie?
A
Dood van Lodewijk XVI.
B
Napoleon kwam aan de macht.
C
Afschaffing van de standenmaatschappij.
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 30 - Quizvraag


19.Waar heeft de Franse revolutie NIET voor gezorgd?
A
Invoering grondwet
B
Adel en kerk verloren voorrechten
C
Minder macht bij vorsten
D
Standensamenleving ontstond

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt een constitutionele monarchie in voor de koning?
A
De koning mag wetten opstellen.
B
De koning moet zich houden aan de grondwet
C
De koning heeft de macht
D
Het volk heeft de macht.

Slide 32 - Quizvraag