Keuzedeel week 8 - 17 april

Start
- Je kunt een gerecht bestellen
- Je leert het werkwoord kunnen
- Je kunt zeggen of je iets lekker vindt




1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Start
- Je kunt een gerecht bestellen
- Je leert het werkwoord kunnen
- Je kunt zeggen of je iets lekker vindt




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk te weten....


Hoe vul je een datum in?
Fecha.................................
Hoe vul je een tijd in?
Tiempo.............................
Hoe vul je een plaats in?
Lugar.................................
Hoe vul je een adres in?
Dirección..........................

Slide 2 - Tekstslide

Fecha: El 20 de abril de 2021

Tiempo: A las 10.00 horas

Lugar: Rotterdam

Dirección: C/Waalhaven ZZ 16

noteren van de datum in het Spaans
fecha: el 9 de febrero de 2021
tiempo: las dos y media
lugar: Den Haag
dirección: Koningin Marialaan 7

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formulier invullen - 
Welke woorden moet je kennen?
  • nombre
  • apellido
  • fecha
  • tiempo / hora
  • espacio
  • actividades
  • comentarios

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUERER (= willen)

quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren
PODER (= kunnen, mogen)

puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zinnen met een vorm van tener que / querer / poder + heel werkwoord
1. Jij moet werken.
2. Zij moeten de rekening betalen.
3. Wil jij reserveren?
4. U wilt paella eten.
5. Kunt u Spaans spreken?
6. Kun jij helpen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zinnen met een vorm van tener que / querer / poder + heel werkwoord
1. Jij moet werken.                                                                   tienes que trabajar
2. Zij moeten de rekening betalen.                                 tienen que pagar la cuenta.

3. Wil jij reserveren?                                                               ¿quieres reservar?
4. U wilt paella eten.                                                             quiere(n) comer paella

5. Kunt u Spaans spreken?                                               ¿ puede(n) hablar español?
6. Kun jij helpen?                                                                    ¿ puedes ayudar?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkoverdracht

Je loopt stage in Spanje en hebt vandaag in de keuken gestaan.
Je bent om 9.00uur gestart met schoonmaken. 
Je hebt 60 minuten schoongemaakt.
Je hebt gestofzuigd en gedweild.
Het is nu 15u en je moet naar huis, maar de keuken is nog niet klaar, want er moet nog worden schoongemaakt. 
Vraag aan je collega of zij dat wil doen.
Bedank je collega.


Slide 10 - Tekstslide

Fecha: El 20 de abril de 2021

Tiempo: A las 10.00 horas

Lugar: Rotterdam

Dirección: C/Waalhaven ZZ 16

Werkoverdracht

FECHA                        el 17 de abril de 2023
TIEMPO                       las tres
NOMBRE                     je naam

ESPACIO                  cocina / lugar de trabajo / entrada / restaurante
ACTIVIDADES        pasar la aspiradora / limpiar / fregar

TIEMPO                     60 minutos                
COMENTARIOS      Estimado compañero, 
                                    ¿Quieres limpiar la cocina? Gracias. 
                                    Saludos, je naam 

Slide 11 - Tekstslide

Fecha: El 20 de abril de 2021

Tiempo: A las 10.00 horas

Lugar: Rotterdam

Dirección: C/Waalhaven ZZ 16