2KM H3+4 lezen herhalen L1

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  •  Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift of collegeblok
  • Pen
timer
2:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  •  Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift of collegeblok
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen 
  • Herhalen lezen H3 + 4
  • Zelfstandig werken: signaalwoorden en deelonderwerpen.
  • Huiswerk
  • Opdrachten bespreken
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat signaalwoorden zijn.
  • Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.
  • Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
  • Ik kan meningen herkennen en begrijpen. 
  • Ik weet wat deelonderwerpen zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Toets lezen H3 +4
21 januari

Slide 5 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden (blz. 65)
  • Een opsomming of tegenstelling kan je met signaalwoorden herkennen.

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden opsomming
  • Eerst 
  • Vervolgens
  • Daarna
  • Ten slotte

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden tegenstelling
  • Maar
  • Echter

Slide 9 - Tekstslide

Feiten en meningen
  • Een feit kun je controleren.
  • Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn. 
  • Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden argumenten
  • Want
  • Omdat
  • Daarom
  • Namelijk 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Geef dan antwoord op de vraag: 


Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Geef dan antwoord op de vraag: 

Waar gaat deze tekst over?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een deelonderwerp?
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze verschillende delen van het onderwerp zijn deelonderwerpen.
Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 14 - Tekstslide

Alinea's
Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp.

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe vind je een deelonderwerp?
Als je heel snel wil weten wat deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je de tekst globaal

Bij globaal lezen, lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Je kunt vaak ook gebruik maken van tussenkopjes.

Slide 16 - Tekstslide

'Ten slotte' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 17 - Quizvraag

'Eerst' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 18 - Quizvraag

'Maar' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 19 - Quizvraag

'Namelijk' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 20 - Quizvraag

'Omdat' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 21 - Quizvraag

'Daarna' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 22 - Quizvraag

'Echter' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 23 - Quizvraag

'Want' is een signaalwoord voor een...
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Argument

Slide 24 - Quizvraag

School

Slide 25 - Woordweb

Voetbal

Slide 26 - Woordweb

Corona

Slide 27 - Woordweb

Zelfstandig werken - in stilte

Maak de oefenopdracht signaalwoorden en deelonderwerpen op LessonUp.  



Klaar?
Leer voor de toets, lees in je leesboek of oefen in LessonUp. 







timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 21 januari
Leren:

Theorie blz. 64 en 90 --> leer alle signaalwoorden uit je hoofd!

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat signaalwoorden zijn.
  • Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.
  • Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
  • Ik kan meningen herkennen en begrijpen. 
  • Ik weet wat deelonderwerpen zijn.

Slide 30 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 31 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 32 - Tekstslide