Luisterdoelen:
Ik weet waarom we in de herfst meer spinnen zien en waarom ze dan op hun grootst zijn.
Ik kan een weetje vertellen over spinnen.
Woordenschatwoorden:
Brrr, opgevallen, juist, enorm, ‘op je hoede’, spinnentijd, achtpotige, logees, mogelijk (zo lang mogelijk), verscholen, partner, paren, geursporen, reden, waardoor, doordat, voorjaar, ‘hun buiken rond eten’.
Weetjes: spinnensoorten, wereldwijd, draadkunstenaars, web, prooien, jonkies, verplaatsen, landen (op de grond landen), spintepels, achterlijf, speciaal, eiwit, ‘in contact komt’, elastisch, staal, spinachtigen, trillingen.